04 mei 2011
Polderadvaita
Still uit opname gesprek Patrick Kicken (links) en Paul Smit. Klik erop om de video te bekijken op Youtube. De filmopname is van Ismaël Lotz.
Een vriend maakte me laatst attent op een kroegtafelgesprek tussen twee Nederlandse 'advaita-jongens', Veronica-DJ Patrick Kicken en cabaretier annex bedrijfstrainer Paul Smit (waar een kennis hem weer op had gewezen onder vermelding van de steekwoorden 'advaita-jongens' en 'non-dualiteit').
Na het zien van de video, mailde ik hem:
'Inderdaad is de advaita-leer een vorm van Hindoeïsme. Atman (ik/zelf) ben Brahman (heelal/wereldziel) - dat werk. Ook bekend van het Tat svam asi: 'Gij zijt dat'. Een aardige korte introductie staat hier. Het zelf als autonome entiteit - waarbij autonomie verantwoordelijkheid impliceert en authenticiteit mogelijk maakt - wordt beschouwd als een illusie. De veronderstelde 'non-dualiteit' houdt zelfs in - ondanks ingewikkelde redeneringen over kennis en waarheid - dat het verschil tussen 'waar' (werkelijk)[1] en 'onwaar' (illusoir), 'goed' en 'slecht' en andere tegenpolen, au fond onwezenlijk is, omdat alles één bewustzijn of geestesvorm is. Waarbij dat 'au fond' - of 'eigenlijk', of 'welbeschouwd' enzovoorts - het problematische punt is; want wat kan dat anders betekenen dan iets als 'in werkelijkheid' en hoe ontkom je aan een gigantische tegenstrijdigheid, of een vorm van wartaal, als je beweert: 'in werkelijkheid is er geen verschil tussen werkelijkheid en illusie'? (Anders benaderd: wie niet heeft begrepen wat het wezenlijke, eigenlijke, verschil is tussen een illusie en iets werkelijks - bijvoorbeeld tussen een fata morgana van een oase en een oase, een baby en een voor een baby gehouden, levensechte pop - weet niet eens wat hij zegt als hij beweert dat er eigenlijk geen verschil is tussen 'illusie' en 'werkelijkheid', want hij weet dan niet wat de woorden 'illusie' en 'werkelijkheid' betekenen.)
Uiteraard een geweldig aantrekkelijke zienswijze voor graaiende bankiers, olifantenjagers, serieverkrachters, consumptiedieren, fantasten et cetera; en niet te vergeten de op rozen zittende leden van de hogere kasten in India. (Het valt op dat PK en PS meerdere keren, bijna als 'spiritueel stopwoordje', de frase 'en daar is ook niks mis mee' bezigen). Maar in zoverre dergelijke lieden er kwalijk gedrag mee goedpraten, hebben zij het - zal menig advaita-jongen geheid stellen - toch niet helemaal goed begrepen. Wat dan echter moet betekenen, dat er wel degelijk goede/ware en slechte/onware interpretaties van de advaita-leer bestaan, of anders gezegd, dat er een belangrijk verschil is tussen wat de advaita-leer echt behelst en wat hij schijnbaar inhoudt - opnieuw een grote tegenstrijdigheid...[2]
De beelden van het gesprek geven mij overwegend het idee, dat hier twee mensen niet oneloquent reproduceren - zich origineel uitdrukkend of juist nogal wezenloos, als filosofische slaapwandelaars die dromen & zeggen dat ze klaarwakker zijn, dat laat ik in het midden - wat zij aan teksten van deze en gene tot zich hebben genomen (wat ik zelf trouwens ook vaak genoeg doe). Maken die teksten de geest vrij, of vormen ze een nieuwe conditionering?
Dat is overigens een vraag die P. en ik de laatste tijd nogal vaak linksom of rechtsom aan de orde stellen. Hij is - na het lezen van een sloot boeken over zen - nu nogal geporteerd van de 'antigoeroe' U.G. Krishnamurti (niet te verwarren met de meer bekende Jiddu Krishnamurti). Antigoeroe in die zin, dat de man het geloof in welke levensbeschouwing dan ook bespot, wat hem trouwens niet verhindert te klinken als een aardig autoritaire betweter (met slechts een zweem van humor). Een radicale skepticus van Indiase snit. Die zelfs zover gaat zichzelf regelmatig frontaal tegen te spreken en daar ook voor uit te komen - zonder enige verklaring of excuus te geven voor de gedebiteerde ongerijmdheden. En die met uitspraken in de trant van 'Luister niet naar mij!' de toehoorder in een onmogelijke positie brengt, want zou hij dit gebod gehoorzamen, dan zou hij er niet naar luisteren, en als hij er geen gehoor aan geeft, is hij juist doorgegaan met luisteren.
Het probleem van de radicale skepticus is zoals bekend, dat wie stelt dat je niets (zeker) kunt weten, zal moeten toegeven dat je ook dát niet (zeker) kunt weten. Dus als hij gelijk heeft, heeft hij mogelijk ongelijk precies krachtens zijn eigen gelijk - een knots van een paradox.
Daarom heeft de lucide Multatuli het dan maar zó geformuleerd:
'Misschien is niets geheel waar, en zelfs dàt niet.'
[Ideeën I, nr. 1]
Persoonlijk vind ik dat een meer intelligent en wakkerder uitgangspunt dan het denkbeeld dat alles een illusie is, wat de advaita-jongens min of meer heilig lijken te geloven.'
Toch een leuk gesprek, hoor.
Noten
[1] Later toegevoegd: zeker Paul Smit lijkt op die lijn te zitten, want hij betoogt dat bijvoorbeeld alle ideeën die je hebt over de kantine waarin je zit te praten en over de eigenschappen van jezelf en je gesprekspartner "niet waar" zijn.
Zoals hierboven aangegeven is het in veel oude teksten ingewikkelder; er is daarin meestal wel sprake van handhaving van het begrip "waarheid", voor zover ik weet, zij het in een nogal ongrijpbare zin - zie ook de wikipedia: "Truth, non-violence, service of others, pity, are Dharma, and lies, violence, cheating, selfishness, greed, are adharma (sin). However, no authoritative definition of Dharma was ever formulated by any of the major exponents of Advaita Vedanta."
De wikipedia heeft ook een lemma over non-dualiteit, in het bijzonder de leer van de "twee waarheden" van Boeddha - die echter in tegenstelling tot het uitgangspunt van de advaita niet het bestaan van het zelf (atman, in wezen identiek met brahman) aannam, noch, meen ik, stelde dat het zelf niet bestaat.
[2*] De wikipedia stelt: 'Unlike ontological and epistemological claims, there is room for significant disagreement between Advaitins on ethical issues.'
Van de ene kant zou het besef dat jij mede de ander en het andere bent, een sterke motivatie kunnen zijn om recht te doen aan de min of meer universele ethische intuïtie: 'behandel de ander zoals je zou willen dat de ander jou zou behandelen'; van de andere kant voert het tot de patstelling, dat je iemand die immoreel handelt niet ondubbelzinnig zult veroordelen, omdat je Het (Brahman) immers eigenlijk zelf bent die daar - in de gedaante van de ander - de fout in gaat. De narigheid die een ander jou aandoet, doe jij eigenlijk jezelf aan. Dat deels van levenswijsheid getuigende (namelijk in zoverre een mens door de eigen houding goede of juist slechte eigenschappen van een ander kan activeren), maar indien verabsoluteerd verkeerde uitgangspunt vind je terug in veel oude Oosterse filosofieën en de Westerse klonen, tot op de dag van vandaag. Met 'slecht karma', 'negatief denken', 'verzet' of iets dergelijks als zogenaamd verklarend mechanisme. Het evangelie is daarbij vergeleken een morele stap vooruit. Wat betreft de advaita: ook de overtuigingen van de ander zijn in wezen tevens de jouwe, wat het bijzonder problematisch maakt het ene morele oordeel juister te achten dan het andere - dus waarom zou je dan de ander (of jezelf) proberen op andere gedachten of tot andere gedragingen te brengen of op een andere manier het denken en handelen van iemand anders of van jezelf willen of kunnen beïnvloeden op ethische gronden? Hoe kan jouw beoordeling van een daad meer terecht zijn dan die door een ander en vice versa? Niemand kan immers 'van God los' zijn! Elk moreel conflict, van ruzie tot oorlog, van boete tot tbs, is zo bezien op de keper beschouwd slechts een geharrewar zonder kwalijke en rechtvaardige intenties en daden; de ene partij is in wezen geen haar beter dan de andere. Een dubieuze visie, die overigens zoals we weten in het Westen in verschillende vormen is gehuldigd door Herakleitos, Hegel en vele anderen van naam en faam.
Twee aanhangers van de advaita die het op ethisch gebied fundamenteel met elkaar oneens zijn, moeten krachtens hun gedeelde kennisleer zelfs inzien dat ze au fond beiden de stellingen aanhangen van zowel de een als de ander, dus, mogelijkerwijs, dat elk van hen derhalve vindt dat handeling X zowel goed is als slecht. Dit soort verlegenheid vloeit noodzakelijk voort uit de kern van deze wereldbeschouwing, dunkt me, en kan alleen door 'scholastieke' hersenkronkels of wollig gepraat worden verhuld. Dat geldt onvermijdelijk eveneens eventuele verschillen van inzicht tussen aanhangers van de leer over de juiste epistemologische uitleg ervan; wel is de 'bandbreedte' daarvoor, zoals de wikipedia (zie hierboven) aangeeft, mogelijk kleiner - in zoverre de kentheorie pregnanter is geformuleerd dan de ethiek; dientengevolge zal wie de epistemologische of ontologische kernideeën aanvecht, zich de facto snel buiten de kring van adepten manoeuvreren, doordat men hem of haar niet meer serieus neemt qua begripsvorming of daadwerkelijk op afstand gaat houden.
Zie ook m'n blognotities:
Brahman & Maya (en godsdienstig seksisme)
Avatars en iconen
Kladgedachten bij Pirsigs Lila
Fernando Pessoa à la Boeddha
Het zijn en het niets, vorm en leegte
Leegte, 'er zijn', speelruimte en (on)vergankelijkheid
Het glinsterpad der dingen
Over het masker
Labels:
Filosofie en esoterie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten