blogspot visitor

24 februari 2011

De iPad, Dalí en de grote metamorfose

[Tanslation to English by Google]



[Disclaimer: deze notitie is tongue in cheek, zoals veel van de 'art brut-speculaties' op m'n blog.]

Vandaag ontving ik een kaartje van een vriend, die bij wijze van geintje liet weten:

'Hè, hè, eindelijk in deze eeuwigheid weet ik nu wat ik ben: een iPad, een digitaal apparaat, gevormd in de aanloop van het wetenschappelijk vermogen om mijn wezen - een onophoudelijk bewegen, alsof het bezield is door een intrinsieke onrust (...) - te beheersen.
Waarom iets aanschaffen wat ik al ben?'

Ik stuurde hem als kaartje retour de bovenstaande afbeelding van Salvador Dalí's Metamorfose van Narcissus (olieverf op linnen, 1936-1937, 50,8 x 78,2 cm, Tate Gallery, London, kijk hier voor een grotere afbeelding en let op de slang - die me overigens pas opviel nadat ik deze blognotitie afgezien van de noten bijna had voltooid - tussen het topje van de wijsvinger en het ei), met onderstaande tekst:

'Om je grapje nog even verder uit te werken: iPad kan je natuurlijk lezen als ik-Pad; het geval wil dat 'pad' in het Engels kan betekenen[**]:
- onderlegger bij het schrijven;
- blok / blocnote;
- 'kast' (= kamer) en/of bed [Amerikaanse slang];
- weg, pad;
- aflopen ('to pad'); 'pad it (the hoof)' = te voet erop uitgaan [de vriend in kwestie maakt dagelijks wandelingen; K].

Volgens de nog onbewezen theorie van de latente wijsgeer TJMM [een wederzijdse bekende; K] zijn de computers trouwens verschenen – eerst bij wijze van een soort overal in kantoren, winkels en huiskamers opschietende, nog amorf en primitief ogende, grijze, paddestoelachtige 'levensvormen' – om de mensen als konijntjes te biologeren met hun nooit knipperende ogen en om ons tenslotte als body snatchers (of is het mind snatchers) onze lichamen en zielen te ontnemen[*].

In de geest van Harry Mulisch (ik opperde dit geloof ik al eens toen ik bij je op bezoek was) kan je misschien zeggen dat de iPad 'octaaf' is met de kleitablet[**] met spijkerschrift uit Mesopotamië – het eerste medium dat de menselijke taal belichaamde. Men neemt aan dat dit aanvankelijk het bijhouden van voorraden van waren en andere zaken omtrent de handel betrof; daarbij past dus perfect dat een belangrijk deel van Apple-baas Steve Jobs' iPad draait om het verkopen van spullen (zoals 'apps', software voor van alles en nog wat). Ook is er zo een alleraardigste associatie met de beroemde appel van de Boom der Kennis.

In lijn met jouw kleine visioen, zal de mens uiteindelijk evolueren tot louter 'taal' - en zal niet alleen in den Beginne, maar ook tot Slot het Woord zijn, althans de Code (waarvan God weet wie of wat nog een indruk zal hebben); de transformatie van de mens tot de Kennis waarvoor de Heer hem nog wel zo nadrukkelijk had gewaarschuwd en waarin hij volgens deze fantastische speculaties[***] inderdaad mogelijk qua mens zal verdwijnen, is dan een feit. Het probleem wie hij is, zal definitief zijn opgelost – maar helaas ten koste van zijn bestaan en zonder (menselijk) besef van de oplossing.

Tot zover deze gekheid op een stokje :-)'

Noten (later toegevoegd)

[*] 'Suddenly, while you're asleep, they'll absorb your minds, your memories...' - filmtrailer hier. Foto rechts (geknipt uit de trailer van 1956): een uitkomend ei of preciezer: barstende peul (pod)van een body snatcher. De kiem daaruit verbindt zich als een parasiet via draden (fibers) met een slapende mens en groeit dan uit tot een replica van het lichaam van het slachtoffer, waarbij het oorspronkelijke lichaam verschrompelt en vergaat - vergelijk het ei in het schilderij van Dalí hierboven, waaruit de nieuwe gedaante van Narcissus tevoorschijn komt. De nep-mensen die zo het licht zien, worden pod people genoemd, wat in het kader van deze quasi-kolderieke blognotitie natuurlijk met terugwerkende kracht erg geestig is gezien de iPod.
Aanvulling april 2018: Peter Sloterdijk zegt in een interview (30 maart 2018): "Aufklärung ist Willkommenskultur für Ideen. Für die Naturalisierung dieser ersten Immigranten in unsere Köpfe sind Universitäten und diskutierende Öffentlichkeiten zuständig, aber die Konsumenten von neuen Gütern wie Stimulanzien, Textilien, Presseerzeugnissen sind es auch. Gleichzeitig werden Europa und die europäiden Teile der Welt Einwanderungsgebiete für Maschinen. [...] Wir tolerieren die Nähe dieser Dinge, die es bis vor kurzem nicht gab – das ist eine immense mentale Leistung, die kaum je hinreichend gewürdigt wird."

Zie ook deze leuke beschouwing over Invasion Of The Body Snatchers:
'(...) Many people think Body Snatchers is a commentary on communism and the Cold War. (...) To me, Body Snatchers’ point is much darker than the sickle and hammer. It is a story about the suburbanization of America. The loss of individually [bedoeld is uiteraard individuality; K] that comes from the pressure to conform to American idealism - to have the biggest house, the nicest car, the prettiest wife, the smartest 2.5 kids and the greenest front yard. One by one, the townspeople fall to the wishes of the group, losing first their individually, then their entire range of emotions in the process.
(...) People are so miserable from having to keep up with everyone else, that it doesn’t even matter by the time they realize their race to conform has left them empty, devoid of personality, bland, and in a sense, without purpose. By conforming into pod people, or "suburbanities" according to the movie, they gave up everything unique about them. In a sense, they gave up their self.'


De wikipedia vermeldt echter:
In his autobiography, I Thought We Were Making Movies, Not History, Walter Mirisch writes: "People began to read meanings into pictures that were never intended. Invasion of the Body Snatchers is an example of that. I remember reading a magazine article arguing that the picture was intended as an allegory about the communist infiltration of America. From personal knowledge, neither Walter Wanger, nor Don Siegel, who directed it, nor Dan Mainwaring, who wrote the script, nor the original author Jack Finney, nor myself saw it as anything other than a thriller, pure and simple."Wat natuurlijk niet wegneemt dat schrijver Jack Finney onbewuste vermoedens omtrent het lot van de mens in zijn sf-thriller kan hebben verwerkt. Het uitgroeien van een pod tot een replica van het lichaam doet bijvoorbeeld denken aan wat in de toekomst mogelijk wordt - het herstellen van weefsels en zelfs het maken van vervangende organen, om maar te zwijgen over integraal klonen - met behulp van stamcellen; foto rechts komt uit de filmversie van 1978. Maar uiteraard komt voor het eventuele namaaklichaam 'in' of 'als' de body snatchende computer eerder de avatar in aanmerking, waarvan het voorstadium - een bewegende schets of marionetversie - functioneert in games en andere virtuele werelden, zoals (het inmiddels niet meer zo populaire) Second Life. En techno-utopisten als Ray Kurzweil dromen van een synthese van de (digitale) avatar en de (biologische) kloon[#], in een wereld waarin (de bits van) internet en de (analoge, ruimtelijke en tastbare) 'echte' dingen, zelfs virtualiteit en werkelijkheid, zijn versmolten na een sf-achtige ontwikkeling van het internet of things.
[#] Toevoeging 27 februari 2011: om te beginnen ligt misschien meer in de rede dat op Facebook de dubbelganger-avatar zijn intrede doet (zo dat niet al is gebeurd - ik zit zelf niet op Facebook), als een meer beweeglijk, veelvormig en avontuurlijk 'internet-ik' dan het huidige sjabloonachtige, statische profiel (of als uitgroei daarvan). Zodat Facebook een wél levensvatbaar soort 'Second Life' wordt - zeker na een toekomstige fusie met Twitter en Google. Ah, even zoeken wijst uit dat hier natuurlijk al aanzetten voor zijn, zoals deze, en over wordt gefilosofeerd, zoals hier.
[**] Kijk hier voor de vele betekenissen van pad. Een leuke - naast 'blocnote' - in verband met de overeenkomst tussen de iPad en de kleitablet, is: 'a block of absorbent material saturated with ink; used to transfer ink evenly to a rubber stamp'; pad behelst qua betekenissen dus zowel de drager van de inkt (het papier) als de inkt zelf - precies wat de iPad concreet verwerkelijkt (in combinatie met i-nformatica en i-nternet). De naam is dus volmaakt to the point[##]. Ook voor de kleitablet geldt dat de tekens erin worden geduwd en 'bestaan uit de materie van de tablet zelf'. Verder worden zoals bekend iPad-achtige - handzame, platte, via een aanraakscherm bediende - computers tablets genoemd.
Dat paid een anagram is van ipad is een leuk toeval in verband met de toepassing van de eerste kleitabletten voor het administreren van de handel.

[##] Toevoeging 27 februari 2011: Ook amusant is: 'fleshy cushion-like underside of the toes of an animal' - denk aan de vingertoppen die over de iPad tippelen. En de betekenis 'kussen' past mooi bij het aspect 'in slaap vallen' in de zin van gehypnotiseerd of gebiologeerd worden - zoals Narcisscus door zijn reflectie in de waterspiegel (alsof hij daarin zichzelf als God ontwaarde, naar wiens beeltenis de mens volgens judaïsme en christendom is geschapen); en de hedendaagse mens door de beeldschermen waardoor hij opgaat in de zelfgemaakte, parallelle wereld van het internet. En slaan de body snatchers niet precies toe als de mens in slaap verkeert?
Een paradox in deze is dat de 'i' van de iPad zowel het vooropgestelde, narcistische 'ik' kan beduiden, als het 'inter' - de ongekend grondige en permanente verwevenheid van dat ik met anderen via internet. Het gaat echter toch om een collectief-narcistisch inter-zijn of 'narcisme van de mensheid', omdat de natuur schijnbaar het kind van de rekening is. Al zal hoogstwaarschijnlijk blijken dat zij in een of andere vorm juist weer gaat toeslaan, bij wijze van onvoorziene neveneffecten. Afgezien van zaken als virussen en andere semi-autonome ontregelingen: misschien doordat de mens, denkend dat hij zichzelf vergoddelijkt, verandert in de 'boom der kennis' die op een geheimzinnige manier weer een natuurverschijnsel is, zoals Narcissus - bevangen door de 'strange loop' van zijn zelfreflectie (de slang die in zijn staart bijt, de ourobouros) - wonderbaarlijk en verrassend verkeert in iets van de natuur, de naar hem genoemde bloem, waarbij hij als de mens Narcissus te gronde gaat. Ik denk hierbij aan wat ik in een andere blognotitie (De paradox van de evidentie) in een noot opnam:
'
Van Francis Bacon (1561-1626) kennen we de mooie - en paradoxale - uitspraak: Natura non vincitur nisi parendo (de natuur kan men alleen overwinnen door eraan te gehoorzamen). Deze paradox vertolkt zonder dat dit Bacons bedoeling was (hij was immers gelovig) tevens het duizelingwekkende gegeven, dat als de mens een deel van de natuur is, de natuur via het onderzoek door de mens zichzelf doorvorst - zowel subject als object is van haar ontdekkingen, wat bijzonder direct speelt bij het hersenonderzoek. En als je de uitspraak op de spits drijft tot: 'door de natuur te overwinnen, wordt de mens door haar overwonnen', heb je kort door de bocht een kernidee van Mulisch' De compositie van de wereld te pakken (Mulisch zelf stelt dat de mens door de geest - in de vorm van de artefacten - overwonnen zal zijn, waarbij de mensen een soort cellen in het superlichaam zijn dat die geest schraagt).'
Heeft Dal
í in zijn schilderij op een tegelijk briljante en duistere wijze de raadsels van de mythe van Narcissus en de zondeval met elkaar in verband gebracht? De mens, 'zelfreflectie' van God, verdiept in zijn reflectie en daardoor als het ware in de positie van God zelf; de vrucht (het zaad!) van de Boom der Kennis - die wellicht God zelf is - gegeten door de mens en uitgroeiend tot... wat anders dan Boom der Kennis, met het menselijk lichaam als humus of ei dat in het proces wordt geconsumeerd en teloor gaat?
Andere associatie: een opmerking van de boeddhist Alan Watts die ik citeer in de blognotitie Het zijn en het niets, vorm en leegte:
'(...) it's perfectly obvious that the universe is a system which is aware of itself. (...) to understand this we must again relate back to our basic contrast (...) between something and nothing, which is that the aspect of the universe which is aware of itself, which does the awaring, does not see itself. In other words, (...) you can't observe yourself in the act of observing.'
Toevoeging april 2011: zie ook - over het precieze verband dat ik intuïtief vermoed, zou ik diep moeten nadenken - noot [####] van mijn blognotitie 'Over het masker', waarin ik
de meditatie van Peter Sloterdijk vermeld over het inblazen van de levensadem door God in Adam, de kleifiguur gevormd naar zijn evenbeeld, in de inleiding van Sferen (Inleiding, pagina 32, vertaling Hans Driessen): 'Dat is ook de diepere zin van het bijbelse woord 'evenbeeld': het betekent niet dat de schepper een mystieke solo-androïde is geweest, die op zeker moment voor de verleiding bezweek zijn verschijning - aan wie verschijnend? - op aardse lichamen te calqueren [...] Het doel van de schepping van subjectiviteit en wederzijdse bezieling is niet de holle mensenpop. Het begrip 'evenbeeld' is slechts een [op een primitieve analogie berustende] verwoording van een verhouding van pneumatische wederzijdsheid. ' Sloterdijk formuleert in dit licht zijn kernbegrip oorspronkelijke completering - dat mooi resoneert met de metafysica van Alan Watts. En stelt: 'Het oorspronkelijke manifesteert zich van begin af aan als correlatieve dualiteit.' Denk ook aan de wederkerige relatie tussen (het wezen van) Job (mens) en (het archetype of wezen van) God in Antwoord op Job van C.G. Jung. Zo bezien zou het speculatieve 'einde van de mens' noodzakelijkerwijs tevens de 'dood van God' zijn - dat wil zeggen van God (het zijn) zoals wij Hem (het) voor ogen hebben en menen te kunnen aanduiden; en wat kunnen we anders bedoelen met 'God' of 'het zijn'?
Toevoeging november 2012: vergelijk aangaande de mogelijkheid dat er uiteindelijk weer 'een natuurwezen' ontstaat, de vraag die Vernor Vinge zich stelt in zijn beroemde artikel 'Technological Singularity' (1993/2003): 'But would the result be self-aware? Or perhaps self-awareness is a necessary feature of intelligence only within a limited size range?'
Vergelijk de woorden die Wired-redacteur Gary Wolf ironisch in de mond legt van (wijlen) Marshall McLuhan, de bekende Amerikaanse futurist, gissend wat hij zou hebben gevonden van de iPad:
'Humanism temporarily survived the era of electronic media only through the act of turning on a device. The knob or switch is like the cover of a book: Open it; close it. But when a medium is coincident with life, the last refuge for humanism is gone.
The iPad is the beginning of this end. The thin, single pane of glass that comprises the interface is just a window onto the world, an edgeless frame. Essentially, there is no interface, any more than a person’s fingertips are an interface. The long story of humanism — by which I mean the emergence of individual consciousness as a byproduct of our language and literature — comes to an end when we return, futuristically, to doing everything by hand.'

Mijn favoriete columnist Bert Wagendorp noemt en passant de iPad 'een soort Fred Flintstone- kleitablet' in het stukje 'Helemaal om' in de Volkskrant van 20 december 2010.

Toevoeging april 2011: je kunt de kleitablet op zijn beurt als 'octaaf' zien met de waterspiegel - die de mens wellicht op het idee heeft gebracht om dingen weer te geven, 'in te schrijven', op een vlak bestaande uit ander materiaal. Met de tablet-computer die de gebruiker bij het videotelefoneren weergeeft, is de cirkel dan precies rond. De oudste gevonden spiegels, van het glanzende vulkanische gesteente obsidiaan (mooi toeval dat dit lijkt op 'obsederen') dateren van circa 8000 voor Christus uit het huidige Turkije; de eerste koperen komen uit het Babylonië van circa 4000 voor Christus - dus uit ongeveer dezelfde tijd en regio als de Sumerische kleitabletten met waarschijnlijk het oudst bekende menselijke schrift dat breed intrede heeft gedaan in een cultuur.


[***] Etymologisch gaat 'speculeren' terug op 'observeren, onderzoeken, trachten te doorgronden' [midden 14e eeuw (...)], dat zelf ontleend is aan Latijn speculārī 'bekijken, onderzoeken, van bovenaf gadeslaan', een afleiding van specula 'uitkijk, wachttoren'. Een van de eerste vindplaatsen in het Nederlands is: 'speculeren, alse in enen spieghel [1380-1400 (...)]. Dit past al goed bij de zichzelf in het wateroppervlak bekijkende Narcissus, maar bij nader inzien was het misschien nog mooier geweest als ik in plaats van 'speculaties' had geschreven: 'bespiegelingen'.

Laatste toevoeging 27 februari:
ik kom er nu pas achter dat Dal
í een lang gedicht heeft geschreven bij Metamorphosis of Narcissus. Te lezen op de pagina van Tate over het schilderij. Geschreven volgens Dalí's paranoiac-critical - 'zichzelf begrijpende art brut'? - methode. Misschien kom ik hier later nog eens op terug. Na eerste lezing treffen me in elk geval, naast de te verwachten veelvuldig figurerende 'reflecties', de ingrediënten 'slaap' en 'hypnose', alsmede de goddelijke herkomst van Narcissus - zijn haren lijken een beetje op de wolken linksboven op het schilderij en bovendien opent Dalí het gedicht met het ontstaan van het meer uit de God van de sneeuw hoog in de bergen 'annihilating himself loudly [een lyrische preambule of voorafschaduwing van de nakende metamorfose van Narcissus dus; K] (...) towards the distant mirror of the lake (...) in which (...) he has newly discovered the lightning flash of his faithful image'. Ik lees hierin, ongetwijfeld onder invloed van mijn associaties in bovenstaande noot [*], dat (de) God of diens weerspiegeling ('zelfreflectie') dubbelzinnig gelijk wordt gesteld aan (die van) Narcissus.
Een groot deel van het gedicht is zeer intrigerend en de vondst van de sneeuwvlokken die het water vormen waarin Narcissus zich spiegelt, mag in het licht van zijn aanstaande verandering in een bloem met delicate witte blaadjes schitterend worden genoemd. De opbouw kan je trouwens 'cyclisch' noemen, want het opent met de ('splijtende') zwarte wolk, tegen welks achtergrond tot slot de narcis, vergezeld door de slang, uit het ('brekende') ei komt.
Een mooie omstandigheid is natuurlijk dat de narcis een bolgewas is, i.e. uit een 'open barstende' bol groeit.
Frappant is ook deze begeleidende opmerking van Dalí: 'If one looks for some time, from a slight distance and with a certain "distant fixedness", at the hypnotically immobile figure of Narcissus, it gradually disappears until at last it is completely invisible. The metamorphosis of the myth takes place at that precise moment, for the image of Narcissus is suddenly transformed into the image of a hand which rises out of his own reflection.' Dit roept het beeld op van de blinde vlek - à la Alan Watts (zie noot [##]!): het zien dat zichzelf niet kan zien en zich blind staart op zijn object als het dat toch tracht te doen; exact waarom de poging van Narcissus om zijn reflectie te omhelzen, jammerlijk mislukt en paradoxaal genoeg niet voert tot het ultieme bezit (kennis, beheersing, behoud) van zichzelf, maar tot zijn gedaanteverandering. (Is de koan Wat was je oorspronkelijke gezicht, voordat je ouders elkaar ontmoeten? er nauwkeurig op gericht deze fatale verliefdheid en fixatie op het ego radicaal te doorbreken en te overstijgen?). Opmerkelijk is dat Dalí de slang tussen de vingertop en het ei niet noemt![###] Als die toch een wezenlijk element is, heb ik mogelijk een betekenislaag blootgelegd die Dalí zelf in zijn gedicht verhult of die voor hem zelfs onbewust is gebleven. Het gedicht eindigt veel minder sterk dan het begint: toebewegend naar het ei en de narcis, bloedt het dood met de geforceerde introductie van Gala, Dalí's vrouw, als een loze dea ex machina (ik neem aan dat zij niet het serpent is, want Dalí noemt haar 'mijn Narcissus') - in plaats van de slang als eindpunt (en misschien influisterend beginpunt) te belichten.
De wellicht centrale plaats die dit schilderij in het universum van Dal
í inneemt, moge blijken uit het feit dat hij het als enige doek meenam op zijn (enige) bezoek aan Freud, met wie hij kort heeft gesproken over het surrealisme.
[###] Toevoeging 1 maart: Dat de slang voor Dalí betekenisvol is, blijkt onder meer uit zijn tekening De slangenbezweerders, het schilderij Het gezicht van de oorlog en deze bizarre ourobouros van zijn hand. De wikipedia noemt het schilderij De tuin der lusten - met rechts op het linkerpaneel een slang kronkelend rond een boomstam -van Jeroen Bosch als mogelijke inspiratiebron van Dalí (het schilderij hing in zijn dagen al in het Prado in Madrid).
Dalí heeft in 1974 de Levensboom getekend (zie tekening rechts) met slangachtige wortels, als illustratie getiteld The Tree of Life bij het gedicht Paradise Lost van Milton, geflankeerd door een fraai serpent welks staart ontspringt aan de hand van Eva, die ze - met de duivel in haar rug - een beetje als De Denker van Rodin onder haar kin houdt en dus tevens bij haar mond, waarin wellicht later de vrucht van haar verboden 'kennisname' zal belanden, als stof tot overpeinzingen - ja, tot de oer-zelfreflectie, immers Eva was de eerste mens die haar eigen naaktheid zag. Bij nader inzien is, in de lijn van de opbouw en het slot van Dalí's gedicht, een connectie tussen de slang in Metamorfose van Narcissus en Gala, Dalí's muze, misschien toch aan de orde. Dalí's Levensboom heeft iets bloemachtigs, vergelijk diverse tekeningen van narcissen die Google bij elkaar zet, zoals deze. De Levensboom is overigens een andere dan de Boom der Kennis; de onsterfelijk makende vruchten van de eerste mochten Adam en Eva vóór hun zondeval (juist) wel eten. Op Dalí's tekening van de Boom der Kennis is slechts met enige goede wil een slang te ontwaren die van links af onder een van de wortels kruipt; de figuur achter de boom is mogelijk de duivel (of Adam?), de appel lijkt te ontbreken, wel wijst Eva - die rechtsonder op de voorgrond met Adam (of de duivel?) ligt neergevleid - naar de boom met een object in haar rechterhand dat ik niet kan identificeren (het overblijfsel van de verorberde vrucht?). Het is alsof Dalí de twee mythische bomen van rol heeft laten wisselen; ook in deze Daliaanse Levensboom zijn slangen te zien: een paar dat een dubbele helix vormt als van DNA en doet denken aan de twee slangen die (door tussenkomst van Hera) de ziener Tiresias in Ovidius' Narcissus van een man in een vrouw doen veranderen en vice versa. Informatief: 'De Boom der Kennis van goed en kwaad werd meestal als een verdorde boom afgebeeld. (...) Waarom wordt de boom van Adam en Eva altijd als appelboom afgebeeld? Misschien [wegens het] Latijnse woord voor appelboom 'malus'. Dat (...) is afgeleid van 'malum' wat kwaad betekent. De appelboom is dus de 'kwade' boom waar Adam en Eva van aten volgens het paradijsverhaal van de Bijbel met het gevolg dat zij daar uit verdreven werden. Maar de appel wordt ook gezien als symbool van onsterfelijkheid. En dat past veel beter bij de levensboom.'
De pose van Narcissus heeft trouwens eveneens iets weg van De Denker - zij het een die zich het hoofd heeft gebroken, suf heeft gepiekerd, tot een soort zelfhypnose en slaaptoestand aan toe. Dit valt niet eenvoudig te rijmen met een - zij het obsessieve en zwelgende - verliefdheid op het spiegelbeeld van het eigen lichaam. Maar het is voorstelbaar dat Narcissus onbewust met alle macht probeert te bedenken hoe terug te keren naar de paradijselijke staat van schone, onbereflecteerde lichamelijkheid, van voor de verdrijving van de mens uit de Hof van Eden, toen hij (ook van zichzelf) genoot zonder zichzelf te verheerlijken; en dat het antwoord - natuurlijkheid - zich tragischerwijze aandient op kosten van zijn existentie als zelfbewust wezen.

In deze beschouwing over Metamorfose van Narcissus wordt vermeld: 'Of all the extant versions of the myth of Narcissus, the best known is that of Ovid’s Metamorphoses, according to which Narcissus is the son of the nymph Leiriope and the river god Cephissus. Upon his birth, the diviner Thiresius [Tiresias; K] makes a prediction to his mother that her son would have a long life "if he does not get to know himself" [cursivering door mij; K].'

Dit doet denken aan Jahweh's waarschuwing aan Adam en Eva; ook de wederwaardigheden van Narcissus betreffen zo bezien een zondeval als straf voor ongeoorloofde (zelf)kennis. Temeer omdat Ovidius de plek aan het water waar Narcissus verliefd wordt op zijn weerkaatsing situeert bij een fontein en voorstelt als een paradijs: 'There was a fountain silver-clear and bright, which neither shepherds nor the wild she-goats that range the hills, nor any cattle's mouth had touched - its waters were unsullied - birds disturbed it not; nor animals, nor boughs that fall so often from the trees'; door de auteur van het artikel aangeduid als 'a virtually unspoiled place difficult to access', waaraan hij toevoegt: 'and one that immediately brings to mind the geological nature of Cap de Creus point on the northernmost coastline of Catalonia.
In the photo we present [afbeelding rechts; K], currently kept at the Centre for Dalinian Studies and most probably taken by Gala herself (we still have the negative from the period) we can see the painter bending down over a pool at the point known as Punta dels Tres Frares at Galladera bay, between Cap de Creus and El Port de la Selva, a place that can only be reached by sea and one of the few such fully preserved places along the Catalan coastline.
If we look closely at the landscape in Salvador Dalí's painting Metamorphosis of Narcissus, we will be able to recognise the typical texture of the Cap de Creus rocks, so heavily present in the Dalinian oeuvre.'
Hoe exemplarisch het werk is voor Dalí's oevre, wordt door deze auteur opnieuw bevestigd: 'According to Dalí, these were the first poem and painting to emerge in their entirety through application of his paranoid-critical method.'
Wetenswaard is de geopperde verklaring van het slot van Dalí's gedicht: 'When the poem comes to an end, with the death of Narcissus according to Ovid's version and his transformation into a flower, in Dalí’s version love appears in the form of Gala, saving him from that gloomy fate [en van een narcistische neurose à la Freud, voegt de auteur er nog aan toe].' Maar ook als dit een juiste interpretatie is, blijf ik Dalí's coda geforceerd vinden en weinig tot de verbeelding sprekend; ik hou het voor mogelijk dat hij als klap op de vuurpijl, ondanks zijn eigen methode wellicht, te rationeel dacht - en is het elkaar overdreven adoreren van geliefden geen vorm van narcisme..? - en dat dientengevolge de meest verborgen betekenis van zijn voorstelling - de doorschemerende mythe van de Boom der Kennis en de zondeval, in een cryptische samenhang met die van Narcissus - hemzelf is ontgaan.

Mijn intuïties zullen onder meer stuiten op het bezwaar, dat een gebruikelijke duiding van de in vele mythen bezongen aanvankelijke, paradijselijke leefwereld van de mens is, dat deze staat voor de situatie van het zeer jonge kind, symbiotisch verenigd met de moeder (waarbij, psychoanalytisch gedacht, het kind bij uitstek 'narcistisch' is). Het negeren van Gods verbod door Eva en Adam en hun verstoting uit deze verzadigende maar infantiliserende sfeer, zou dan een beweging zijn die exact tegengesteld is aan die van Narcissus, die juist in 'narcisme' vervalt. Maar waarom voorspelt Tiresias dat Narcissus alleen een lang leven (vergelijk onsterfelijkheid) beschoren zal zijn als hij zichzelf niet leert kennen? - waar 'zichzelf niet te zien krijgt?' veel beter had gepast als de gebruikelijke interpretatie van de mythe klopt? Moet men zich in de Latijnse tekst en connotaties verdiepen en blijkt dan dat ik spijkers op laag water zoek? Ovidius schrijft: 'si se non noverit' - van nōscō: 'I know, recognize, am acquainted with' (infinitivus: nōscere); zowel 'kennen' als 'herkennen' en 'ergens mee bekend zijn' dus; hier vertaald als 'discover' - maar dat lijkt af te wijken van het Latijn. (In een in 2004 ontdekte, oudere, waarschijnlijk door de Griekse dichter Parthenius geschreven - uiterst beknopte - versie van het verhaal, kwijnt Narcissus trouwens niet weg, maar pleegt hij zelfmoord en is er voor zover ik kan zien geen sprake van Tiresias' waarschuwing; dit is dus niet de toedracht die in de menselijke cultuur staat gegrift en waar Freud en Dalí vanuit zijn gegaan). Dit blijft bij me knagen, net als een gedachte terzijde: dat Socrates, die 'wist dat hij niet wist' maar de Atheense jeugd ook het 'ken uzelf'[^] voorhield, moest sterven. En zou Narcissus niet juist buitengewoon narcistisch zijn geweest, als hij zich door een reeks bewonderaars had laten beminnen, telkens in zijn eigen voortreffelijkheid bevestigd wordend, erkenning die des te sterker werkt als zij van anderen komt?

Net als Eva, kan je Narcissus mogelijk zien als de mens die zonder scrupules of geremdheid door taboes wil weten wie hij is, waar hij vandaan komt, hoe hij zich verhoudt tot de wereld en tot zichzelf. Waarmee hij op tweevoudig gevaarlijk terrein komt: dat van het mysterie van de schepping en de eventuele confrontatie met de Schepper (al dan niet in de vorm van de wispelturige, nooit helemaal beheersbare natuur); en de kans in de ban te raken van de zoete, hypnotiserende vruchten van zijn wetenschap en van zijn 'knappe kop', zich daarmee te vereenzelvigen en erin te zwelgen - waardoor hij paradoxaal genoeg juist weer een natuurverschijnsel pur sang wordt.
Om mijn uitleg van de door me ontwaarde verbinding bij Dalí van de zondeval van Adam en Eva en die van Narcissus te formuleren à la Mulisch: de mens, eerst afbewegend van het symbiotische, primaire narcisme in de Hof van Eden, waar hij (half)goddelijk leefde als een uitverkoren natuurwezen, komt tot steeds meer zelfbewustzijn dat geleidelijk obsessief en 'narcistisch' wordt; en verkeert uiteindelijk in een Boom der Kennis die 'octaaf' is met die in het oorspronkelijke paradijs - zijns ondanks gaat zo de mens weer op in de natuur die hij juist dacht geheel te zullen beheersen en/of te vervangen door zijn eigen scheppingen (het is overigens de vraag of die natuur zo idyllisch zal zijn als destijds). Het 'eigenlijke', neurotische narcisme is maximaal ergens tussen de begin- en de eindtoestand in; wellicht vlak voor de laatste, zo die door middel van een mutatie wordt bereikt.
[^] Toevoeging april 2011: Peter Sloterdijk in Sferen (zie ook noot [##] hierboven) pagina 147-148 : 'De eerste spiegels [die volgens Sloterdijk pas circa 800 voor Christus opduiken, ik hou het - zie noot [**] onderaan - op minstens 4000 voor Christus, en die pas na 1835 algemeen bezit werden] (...) horen algauw tot het fysieke en metaforische bezit van diegenen [enkelingen dus; K] die spreken over het zeldzame goed van de zelfkennis. De bekende bronzen elfenspiegel van Heimsburg in Hessen stamt naar alle waarschijnlijkheid uit circa 500 voor Christus. Zou het niet vloeken met de geografie, dan zou men hem een presocratisch instrument kunnen noemen.'
Ibid. pagina 151: 'De mythe van Narcissus moet juist niet worden geïnterpreteerd als een aanwijzing voor een natuurlijke [tevens in de zin van oeroude; K] relatie van de mens met zijn eigen gezicht in de spiegel, maar als een teken van de verontrustende uitzonderlijkheid van de beginnende faciale reflectie' [sic! K]. Maar verder doet Sloterdijk de mythe mijns inziens te snel af met het grapje: 'De Narcistische pech schetst een ongeluk van de beginnende zelfreflectie'.
Verder stelt Sloterdijk (ibid. pagina 145): 'Het is niet toevallig dat de meest typerende nieuwe plek in de geïnnoveerde wereld van de media interface heet. Daarmee wordt niet de ruimte bedoeld waarin gezichten elkaar ontmoeten, maar het contactpunt tussen gezicht en niet-gezicht of tussen twee niet-gezichten'. Vlak na deze passage poneert Sloterdijk dat volgens hem zowel de interfaciale expressie van de prehistorie als de moderniteit wordt gekenmerkt door het masker, met de schreeuwende paus van Roger Bacon (die ik al had opgenomen in deze blognotitie) en de zelfportretten van Andy Warhol als tekenend voor de laatst genoemde periode. Over Warhols zelfportretten zegt Sloterdijk dat ze 'de toestand van zelfverloochening [bereiken] door verkoop van het ik'.
Zen-achtige gedachte die na schrijven van bijna al het bovenstaande in me opkwam:

'Telkens de (zelf)reflectie, het ontspringen aan de totaliteit. Maar het ware geheel behelst ook het ontspringen aan zichzelf. Voor wie dat ziet, is de tijd louter een tragikomisch special effect van het totaaltheater van de kosmos.'
Nogal over the top, om niet te zeggen: narcistisch... - maar dat geldt voor deze hele blognotitie :-)

Zie ook m'n blognotities:

De i-tablet als raakvlak van virtualiteit en lichamelijkheid
Beeldschermcultuur verzwakt mogelijk empathie
Facebook: mensonwaardig of mensvormig?
'Mensen gaan steeds meer lijken op computers'
Leidt Web 2.0 tot een parasitaire economie en beangstigend collectivisme?

De geboorte van de Homo Googlens

Brein-machine-interfaces: heikele ethiek
Google als metabewustzijn
De toekomst volgens Mulisch

Kladblognotities over de blog
Avatars en iconen
Over het masker
 

Later toegevoegd:
 
Trying to Muse Rationally about the Singularity Scenario
Douglas R. Hofstadter singularity Summit at Stanford, 2007



Rise of the Machines: Why We Keep Coming Back to H.G. Wells’ Visions of a Dystopian Future[*]
Door Mattwew Lasar, Wired, 8 oktober 2011

[*] Ik zou zeggen: 'artistic' en/of 'moral and spritual', ter onderscheiding van 'technological' - technologie is, zij het in een andere zin als kunst, immers eveneens 'kunstmatig'; vandaar dat Mulisch het uiteindelijke opgaan van de mens in zijn artefacten (techniek en technologie) een overwinning van de 'geest' noemt.
Van de andere kant is nu juist die 'technologie zonder (ware) mens(elijkheid)' op een paradoxale wijze weer geheel en al een natuurverschijnsel, zoals ik in hierboven uitvoerig heb geopperd. Deze problematiek schuilt al meteen in het gegeven, dat de mens zowel een natuurverschijnsel is, als een wezen dat aan de natuur ontstijgt.


Facebook Linked to Narcissism?
Door Tom Jacobs, Miller-McCune.com / Alternet, 22 maart 2011

Instead of falling in love with his own image in a pond, today’s narcissist apparently gazes adoringly at his own Facebook profile.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten