Plotseling zag ik het - maar het is vast al eerder[1] opgemerkt in ongeveer deze termen -: Leonardo's Mona Lisa is een afbeelding van de incarnatie (afdaling, avatar) van het goddelijke of geestelijke in de mens. Het is een werelds icoon. De eerste en misschien wel enige niet godsdienstige beeltenis die zo volmaakt eenzelfde mysterieuze bezieling belichaamt als de grote iconen van het Oosters-orthodoxe christendom. 'Icoon' komt van het Oudgriekse εικών, wat 'afbeelding' betekent[2]. De Mona Lisa, met haar ruimtelijkheid en letterlijke uitzicht op de aarde, toont ons, niet minder dan de tweedimensionale, van aardse realiteit gespeende religieuze iconen, een 'indalen' dat tegelijk een 'oprijzen' is van geest in, of uit, of zelfs van materie. Wat juist mede wordt bereikt door de zeer onorthodoxe dieptewerking, versterkt door het sfumato van over elkaar aangebrachte, deels transparante, onzichtbaar geworden en toch substantiële laagjes verf[3].
Met deze duiding is prima verenigbaar:
- Dat naast de gestalte van de vrouw en een slingerende weg in de voorstelling een brug het enige afgetekende element is. Dat past immers prachtig bij het 'oversteken'[4] van God naar de mens (en vice versa) of wereldser: het zich verbinden van geest en vlees.
In mijn optiek kan je de linkerzoom van de mantel van de vrouw als een schimmige hand en onderarm zien die via haar borst tevoorschijn komt uit een plaats die zij met haar over elkaar gevleide handen aanduidt en verborgen houdt - haar buik en schoot. Waarbij de als het ware wordende hand vloeiend overgaat in de iets geronde beweging van de brug; wat mogelijk een zinspeling op het procédé van de incarnatie is: de zwangerschap en daaraan voorafgaand de eisprong - het onopvallende boogje dwars op of onder de weg net naast de rechterschouder van de vrouw? -, de gemeenschap, en de conceptie, innesteling, groei en geboorte. De moeder als brug waarlangs de incarnerende ziel ter wereld komt (naar verluidt bestelde de echtgenoot van de geportretteerde het schilderij ter viering van de geboorte van hun tweede zoon), maar tegelijkertijd als voedingsbodem en manifestatie van de geheimzinnige vleeswording.
De auteur van de bespreking in de wikipedia benadrukt terecht de elkaar complementerende tijdloze harmonie van de menselijke gestalte en die van het landschap op de achtergrond: 'The enigmatic woman is portrayed seated in what appears to be an open loggia with dark pillar bases on either side. [...] The sensuous curves of the woman's hair [,veil] and clothing, created through sfumato, are echoed in the undulating imaginary valleys and rivers behind her. [...] The sense of overall harmony achieved in the painting - especially apparent in the sitter's faint smile - reflects the idea of a link connecting humanity and nature'. Het kan goed zijn dat Leonardo God en natuur als een en hetzelfde zag[4b].
- Dat het schilderij uiteindelijk een van de symbolen van de Renaissance is geworden, de grote wedergeboorte van de 'goddelijke' mens in klassieke zin.
- De interpretatie van Leonardo's Johannes de Doper als een zelfportret.
- De kijk van Peter Sloterdijk op de Mona Lisa in zijn Sferen-trilogie (deel I, hoofdstuk 2): 'Alleen de gezichten van de Boeddha en van de glimlachende engelen van de gothiek zijn erin geslaagd aan de slavernij van de veelbetekenendheid te ontkomen. Hun aanschouwelijke verschijning drukt de faciale openheid als zodanig uit. Wie zou willen ontkennen dat de charme van de Mona Lisa voornamelijk hierin bestaat dat ze een gezicht mag laten zien dat zich op de meest geheimzinnige en meest subversieve manier heeft onttrokken aan de noodzaak om betekenis in plaats van vreugde uit te drukken?
[...] De in verzonkenheid afgebeelde Boeddha heeft [...] de gezichten van [minstens zestig generaties] monniken en mediterenden van alle standen betoverd [...]. Het is de meest sublieme verbeelding van de ontologische paradox van de wereldverzaking die openstaat voor de wereld. [...] Hoewel het doorgaans als stil gezicht wordt weergegeven, bevat het voor iedere beschouwer een intieme belofte van resonantie, omdat het in zijn levendige, actieve rust het gezicht van medelijden en medevreugde toont. [...] Het glimlacht zonder het gebaar van de glimlach te maken.'
(Vertaling: Hans Driessen)
- De uitleg van het schilderij door Harry Mulisch in De compositie van de wereld (hoofdstuk VI): '[...] Adam was geschapen naar Gods aangezicht, waarmee dan ook God [...] androgyn [wordt] [...]. En in elk geval is de Mona Lisa geschapen naar dat van Leonardo: dat wezen is niet de vrouw of een man, maar de mens. [...] Ieder kunstwerk is een transcendent corpus en als zodanig 'octaaf' met het lichaam [...] dat ontstaat als vrucht van de seksuele eenwording [...]; en het kunstgenot is 'octaaf' met die lust. Bij de Mona Lisa is dit niet alleen eveneens het geval, maar precies dit is wat het schilderij bovendien uitbeeldt [...]. Daarmee is de Mona Lisa het schilderij der schilderijen, - niet het portret van een onbekende dame, maar van alle schilderijen: het is 'het' schilderij. [...] Op dat schilderij zit de mens op aarde[5], en dat is alles. [...] Leonardo [...] schiep op deze manier de mens, die hij tot zijn dood in Frankrijk met zich meedroeg.'
Ook toepasselijk op de Mona Lisa[6] is deze beschouwing van Sloterdijk (ibid.) over interfacialiteit: 'Het vrouwelijke, met andere woorden opwekkende, bezielende, begroetende gezicht rust als het oorspronkelijke voorbewuste op de bodem van alle gezichten uitbeeldende processen. Van nature blijft het gezicht van Onze-Lieve-Vrouw[7] vanaf het begin meer in het verborgene dan dat van God [...]. Het eerste beminde gezicht, het aanvangsgezicht, dat het eerste goede nieuws was, en hoe vaak ook niet het enige, [...] [trotseert] als een overgeschilderd oerbeeld [...] de eeuwen onder bescherming van de miskenning - onzichtbaarder dan het versluierde [...].'
Noten
[1] Zie als tegenwicht tegen de onderhavige blognotitie deze aardige poging tot goed gedocumenteerde demystificatie (die naar mijn smaak toch op het werk afketst), waarin een vroege beschrijving door Leonardo's biograaf Giorgio Vasari wordt aangehaald, met als observaties onder meer: 'the carnation of the cheek does not appear to be painted, but truly of flesh and blood; he who looks earnestly at the pit of the throat cannot but believe that he sees the beating of the pulses' en 'in this portrait of Leonardo there is so pleasing an expression, and a smile so sweet, that while looking at it one thinks it rather divine than human'. De auteur merkt op - vergelijk de beschouwing van Sloterdijk hierboven! -: 'Vasari does not describe an enigmatic smile. Mona's expression is pleasing; her smile is divinely sweet, but it is not enigmatic. Smiles similar to Mona's appear in other Leonardo's paintings, on pre-classical Greek sculpture and on some of the sculptured angels on Gothic cathedrals' [cursivering door mij; K]. Om het zowel banaler als wonderlijker te maken: Vasari heeft het schilderij waarschijnlijk zelf nooit gezien, aldus deze auteur; de beschrijving van de biograaf voldoet gewoon aan de conventies van hoe je in die tijd een geslaagd portret beschreef. (Overigens lijkt me de auteur inconsistent waar hij Vasari's typering van de glimlach wél serieus lijkt te nemen.)
De opsomming in het artikel van nauwelijks met elkaar te rijmen, onmiskenbaar tijdgebonden, deels wilde of opportunistische interpretaties van de Mona Lisa door beschouwers - allemaal mannen - in de loop der eeuwen, is instructief en vermakelijk.
[2] Hier legt iemand uit: 'Er is een belangrijk bijbels aspect, waar de verering van de icoon op gegrond is. Talloze malen wordt het woord "eikoon" in de bijbel gebruikt. Te beginnen met: God schiep de mens naar Zijn beeld. De Griekse tekst heeft hier "eikoon" en zo gaat het de hele bijbel door over "eikoon". Christus is de "eikoon" van God de Vader en, een heel nieuwe maar toch heel bijbelse boodschap: de mens is de "eikoon" van God! Dat staat zo in de brieven van Paulus. Daarom worden ook de gelovigen in de orthodoxe kerk bewierookt, vanwege de "eikoon" die ze zijn.'
Aangezien God volgens het woord in Genesis de mens schiep naar zijn eigen gelijkenis, dus 'zichzelf afbeeldde', is de Mona Lisa, opgevat als icoon van de incarnatie (een pleonasme): het beeld van de schepping, de afbeelding van de (oer)afbeelding (en in zekere zin de Afbeelding zelf); en daardoor tevens, met het woord van Harry Mulisch in De compositie van de wereld (hoofdstuk VI): het schilderij der schilderijen.
Toevoeging januari 2012: Peter Sloterdijk stelt in Sferen (Deel II) dat incarnatie en transcendentie de keerzijden zijn van één relatie - die Harry Mulisch wellicht zou typeren als het verband tussen entiteiten (zoals 'lichaam' en 'kunstwerk' in het citaat hierboven, ik denk ook aan 'afgebeelde' en 'afbeelding') die hetzelfde zijn én niet hetzelfde; wat ik in een blognotitie het gebeuren van de overeenkomst heb genoemd. De specifieke relatie tussen 'lichaam' en 'kunstwerk' brengt Mulisch in verband met de 'vrucht van seksuele eenwording'; dit doet me denken aan hoe Sloterdijk in Sferen (hoofdstuk 5 van Deel II) beschrijft hoe toonaangevende neoplatonisten en scholastici de schepping van de wereld als 'emanatie' van God zagen en dachten: 'Bij de lichtspelen van de pulserende God [i.e. Gods emanatie en reflectie in zichzelf; K] horen dus twee uitbundigheden, twee orgasmen [...]. De reden van dit onmetelijke dubbele verlangen is de symmetrie tussen voortbrengen en kennen, die zich tot elkaar verhouden als uitzending en terugkeer [...]; denk ook aan φύσις als process of shining-forth en aletheia bij Martin Heidegger.
[3] Het gestelde in de eerste alinea is bij me opgekomen na een geanimeerd gesprek met mijn vriendin gistermiddag, waarin zij enthousiasmerend vertelde wat haar zo had getroffen en geïnspireerd toen ze de Mona Lisa de eerste keer zag (in het Louvre); zij benadrukte dat de dieptewerking van het schilderij - die haar deed denken aan het heldere water van een beek of vijver, waardoor de kiezelstenen op de bodem 'tegelijk veraf en dichtbij' geheimzinnig zichtbaar zijn[*] - op geen enkele foto van het doek bewaard blijft, dus alleen aan het licht[**] treedt bij de directe waarneming ervan (en zich openbaart ondanks dat het schilderij achter glas hangt).
[*] Een dergelijke sensitief besef heb ik verwoord in mijn gedicht Schepping.[4] Denk ook aan de Boeddhistische Hartsoetra, die eindigt met de mantra: Gate gate paragate parasamgate bodhi svaha! ('Gegaan, gegaan, de hele weg gegaan, iedereen is naar de andere oever gegaan, ontwaakt, halleluja!'). Naar mijn gevoel heeft de brug op de Mona Lisa mede een betekenis in een dergelijke geest, of tenminste als uitdrukking van het 'verkeer' tussen God en mens; naast de symbolisering van de vereniging der geslachten (op te vatten als androgynie of als seksuele gemeenschap), waar Harry Mulisch (ibid. noot [2]) op wijst. En mogelijk betreft het ook concreet de brug tussen Oost en West. De Engelse auteur Walter Pater schrijft in zijn invloedrijke boek The Renaissance (1873) dat de vrouw van de Mona Lisa 'trafficked for strange webs with eastern merchants'. De geportretteerde is volgens de meeste kunsthistorici Lisa Gherardini, de echtgenote van de zijdehandelaar Francesco del Giocondo - zeg maar Frans de Vrolijke, wat volgens sommigen de bijnaam annex woordspeling La Gioconda, (vrouwe) De Vrolijke, voor het werk verklaart. Als het noorden van het afgebeelde landschap bovenaan is gesitueerd, met zijn ijzige bergpartijen, klopt de oriëntatie van de brug als symbool van de zijderoute naar het verre Oosten (buiten het zichtbare panorama). Waarbij logisch is dat de brug raakt aan de kledij van de vrouw van de stoffenkoopman. Dit als nuchtere lezing van de beeldtaal in plaats van of naast mijn speculaties in deze noot en in de hoofdtekst hierboven.
[**] Terzijde: het landschap dat ons wordt voorgetoverd lijkt qua kleurstelling opgebouwd uit drie horizontale banen in (van onder naar boven) gedempte tinten rood, groen/geel en blauw - min of meer primaire kleuren; met boven de horizon: wit - de ongebroken, alle kleuren bevattende, 'goddelijke' kleur, die de aardse kleuren voortbrengt bij zijn 'materialisatie'. (Met enige goede wil kan je onder het roodachtige gebied zelfs magenta ontwaren, en ultramarijn en paarsblauw als bovenste blauwige zones; en er zo een zinspeling op de regenboog in zien.) Ook dit is mogelijk een verwijzing naar het incarnatie-motief.
Het zowel hemelse als ijzige wit bevindt zich ter hoogte van de ogen van de vrouw, haar medemenselijkheid krijgt zo iets 'vorstelijks'; haar boezem is gesitueerd in de roodachtige zone. De drie genoemde tinten komen terug in haar gestalte (huid, mantel en mouwstukken).
Overigens staat geenszins vast dat de afgebeelde vrouw Lisa Gherardini is. Zo wordt haar sluier behalve als teken van eerbaarheid, vanwege de kleur zwart ook wel gezien als - vaak door weduwen gedragen - teken van rouw, wat slecht past bij een portret ter gelegenheid van een geboorte. En is het een raadsel waarom het schilderij zijn vermeende opdrachtgever nooit heeft bereikt.
De jongste wilde hypothese is overigens van februari jongstleden: de kunsthistoricus Silvano Vinceti meent in de ogen van Lisa de letters 'L' (voor Leonardo) en 'S' (voor Salai, zijn minnaar) te ontwaren en stelt dat de laatste model heeft gestaan voor het werk, net als voor het doek Johannes de Doper; deskundigen van het Louvre achten dit een zoveelste staaltje van 'over-interpretatie'. Vinceti gaat zelfs zover het stoffelijk overschot van Lisa Gherardini op te graven om haar schedel te kunnen vergelijken met het gelaat op het doek.
[4b] Een bespreker van de Leonardo-biografie door Charles Nicholl vermeldt: '[Leonardo] wrote himself lists of topics for study, topics that vary from the minute to the tremendous (“Describe the beginning of man, and what causes it within the womb”).' En: 'To Leonardo, who believed that the soul could be located exactly at the mid-point of the skull, the material and the mundane were the things that mattered and that, indirectly, gave access to the sublime.'
Het centrum van de schedel van 'Mona Lisa', ergens achter haar ogen, ligt overigens iets boven wat de horizon lijkt te zijn; nu wil het geval dat het verdwijnpunt of in dit geval liever 'verschijnpunt'[#] van de voorstelling - afgaande op het snijpunt van de denkbeeldige lijnen getrokken langs de binnenkanten van de pilaarvoetjes, het enige houvast dat het tafereel terzake biedt - eveneens iets hoger ligt dan waar de einder lijkt te lopen, namelijk ongeveer op haar ooghoogte of nog een paar centimeter hoger, 'op' haar voorhoofd. Dat zou een perspectivische onjuistheid zijn, maar: a. die zijkantjes hoeven natuurlijk niet 'loodrecht op de horizon' te staan, het kan een vertekening in de foto-opname van het doek zijn, of misschien is er bij een restauratie iets vervormd; en b. de eigenlijke horizon van het panorama ligt, gezien de kolossale rotspartijen op de achtergrond, wellicht hoger dan de horizontale contour die op het eerste gezicht de einder suggereert - maar de wolken aan de rechterkant hangen dan wel raar laag (zie ook noot [5]). Aanvulling juli 2018: wat ik voor wolken aanzag, is hoogstwaarschijnlijk een deel van het gebergte waar licht op valt. Merk op dat zonder deze oplichtende partij het schilderij een stuk minder mooi zou zijn; zij correspondeert mijns inziens met het huidvlak tussen de boezem en de nek van de vrouw (en beide elementen gaan naar beneden over in donkere tonen). Einde aanvulling.
[#] Harry Mulisch gebruikt in De ontdekking van de hemel het woord 'verschijnpunt' in verband met de geniale maar 'verboden' ingeving van Max Delius omtrent de plaats van het begin of de oorsprong van het heelal in verband met de snaartheorie, de muziek en de vrouw.[5] Wat sommigen (onder wie Dan Brown van The Da Vinci Code) voor een opzettelijke of juist 'knullige' scheve horizon houden - afgaand op de rechterzijde van het landschap - zou een bewust door Leonardo gesuggereerde kromming kunnen zijn, ter symbolisering van de bolvormigheid van de aarde; dat het doek in de loop der tijd een tikje scheef in de lijst is komen te liggen, is onwaarschijnlijk omdat de rand van de balustrade achter de vrouw aan weerszijden exact even hoog is en haar ogen eveneens nauwkeurig op een horizontale lijn staan. Maar het kan natuurlijk ook een artefact betreffen dat bij een of andere restauratie is ontstaan.
Een andere mogelijke zienswijze is dat de eigenlijke horizon van het panorama schuil gaat achter bergen en - dan aan de rechterkant wel vreemd laaghangende - wolken, dus wat hoger ligt dan de horizontale elementen die zichtbaar zijn (zie ook noot [4b]).
[6] Misschien vergezocht, mogelijk ook niet (ik checkte dit pas nadat ik het zelf had gezien): een anagram van mona lisa is: sol anima - Latijns voor 'zon' en 'geest' met vrouwelijke uitgang '-a', in de alchemie staande voor mannelijk respectievelijk vrouwelijk principe, waarbij het mysterium coniunctionis - het 'huwelijk' van het mannelijke (zon, zwavel) en het vrouwelijke element (maan, kwikzilver) - de steen der wijzen oplevert, die vaak als androgyn werd afgebeeld. Mede vandaar wellicht Jungs interpretatie van de afgebeelde vrouw als de anima van Leonardo. Andere combinaties zijn: sola[mente] mani - wat je kunt lezen als afkorting van 'alleen (met de) handen', verwijzend zowel naar het wonder dat een mens dit beeld met zijn handen heeft kunnen maken, als naar de 'goddelijke hand' die de Schepper heeft in het geschapene. En verder so animal[e] - hetgeen misschien te lezen valt als steno voor: 'ik (ben een) dier'. Wat dan precies, ironisch op formule gebracht, de clou van het werk zou zijn, verhaspeld in de titel en voor de grap in plat of krom Italiaans[***] - en wat verder de bekende persiflage van Duchamp (zie plaatje hierboven, 'L.H.O.O.Q.' is een 'afkorting' voor 'Elle a chaud au cul') onbehoorlijk to the point zou maken[****].
[***] Dit zou men, net als mijn speculatie over 'sola mani' aan een Italiaan moeten voorleggen; ik heb me beholpen met een online-woordenboekje, dat als betekenis van 'so' geeft: 'ik', bijvoorbeeld in 'so anche' - 'ik (weet het) ook'. Ik opper een en ander alleen voor de gein, niet omdat ik het overtuigend vind. (Nog méér vergezocht is dat 'mani' zou kunnen verwijzen naar de profeet Mani of naar de boeddhistische mani, onder meer genoemd in de mantra 'Om mani padme hum'.)[7] Mona is de afkorting voor madonna (wat weer een samentrekking is van ma donna). Zowel door deze betiteling, als door de invloed[*****] van de vele schilderkunstige uitbeeldingen van de Madonna-bij-uitstek op de aanpak van Leonardo, is de Mona Lisa sowieso semantisch en historisch beschouwd verbonden met het vrouwelijke religieuze icoon. (Dat de afgebeelde vrouw christelijk is, laat de schilder misschien subtiel blijken uit de kruisen in het borduursel op de bovenrand van de jurk die haar boezem bedekt.)
Toevoeging 12 mei 2011 n.a.v. een lezersreactie op deze blognotitie: De aanspreektitel 'Monna Lisa' is waarschijnlijk het eerst gebruikt door Leonardo's biograaf Vasari (zie noot [1] hierboven), enkele tientallen jaren na de dood van de schilder, ter aanduiding van de geportretteerde, Lisa Gherardini: men raadplege dit essay van Charles Nicholl. Dit sluit niet uit, maar maakt het er ook niet waarschijnlijker op dat Leonardo zelf gespeeld zou hebben met de naam Mona Lisa (met één 'n'). Temeer omdat in de nalatenschap van Leonardo's metgezel Salai sprake is van een schilderij dat La Gioconda wordt genoemd of nauwkeuriger: La Honda. Nicholl merkt daarover op: 'A small documentary curiosity which has not been commented on: in the original imbreviatura listing Salai's goods, the painting is not in fact referred to as 'La Joconda', but as 'La Honda'. Discarding the supernumerary Latin 'h', one arrives at the curious idea that the clerk who wrote this list thought the painting was called La Onda, or 'The Wave'. In a strictly chronological sense this is the painting's first known title.'
Voor esotherisch angehauchten zal het een welkom feit zijn dat de eerste betiteling van het werk, zij het bijna zeker door een fout van een administrator, nog het meest op De Golf lijkt; Harry Mulisch in Egyptisch: 'Jij bestaat omdat je niet bestaat / Uit jezelf, maar voortdurend gevuld met ander water / Ben jij die golf.'
[****] Zoals bekend is er veel gespeculeerd over sporen van de alchemie in het werk van Duchamp, zie bijvoorbeeld Maurizio Calvesi, Duchamp Invisibile: La Costruzione del Simbolo (Rome, 1975), Jack Burnham, Great Western Salt Works (New York, 1974) en Arturo Schwarz, The Complete Works of Marcel Duchamp (New York, 1969/1995), onder meer inzake zijn meesterwerk La Mariée mise à Nu par ses Célibataires, même - waarover dit curieuze artikel van een Jungiaanse psychotherapeut.
Daarnaast staat vast dat Europa's grootste seculiere kruisridder, Napoleon, zijn slaapkamer jarenlang opluisterde met de Mona Lisa, als kennelijk aanbiddelijke droomvrouw of beschermengel.
[*****] Wikipedia: 'Leonardo referred to a seemingly simple formula for seated female figure: the images of seated Madonna, which were widespread at the time. [...] The armrest of the chair functions as a dividing element between Mona Lisa and the viewer.'Zie ook m'n blognotities:
Avatars en iconen
Theologische speculaties
Drie-eenheid en man-vrouwverhouding
En als wilde zijsprongen:
Snaartheoretische fantasie
Art-brutgedachten over 'do'
Vormt biologie de sleutel tot begrip van het heelal?
En:
'Mona Lisa is geen portret'
ANP / De volkskrant, 14 oktober 2011
Later toegevoegd:
Original Portrait of the Mona Lisa Found Beneath the Paint Layers of da Vinci’s Masterpiece[?]
Door Dan Colman, Open Culture, 8 december 2015
[...] Using an innovative imaging technique,[French scientist Pasca] Cotte has managed to probe the paint layers beneath the surface of da Vinci’s sixteenth-century masterpiece. And, lo and behold, he’s found hidden paintings, including what he believes is an original, "real" portrait of Lisa del Giocondo (the subject of da Vinci’s painting).
"Misschien vergezocht, mogelijk ook niet (ik checkte dit pas nadat ik het zelf had gezien): een anagram van mona lisa is: sol anima - Latijns voor 'zon' en 'geest'."
BeantwoordenVerwijderenDe naam Mona Lisa is pas eeuwen nadat Da Vinci overleed aan het schilderij gegeven, bovenstaande stukje is dus onzin. Daarnaast gebruiken de Italianen en de Fransen deze naam niet.
1. In m'n artikel laat ik omtrent de anagrammen dan ook weten: 'Ik opper een en ander alleen voor de gein, niet omdat ik het overtuigend vind.'
BeantwoordenVerwijderenEn overigens is mijn stuk sowieso voor een groot deel gebaseerd op intuïties die niet of nauwelijks 'hard' te maken zijn. De lezer make zelf uit, wat feitelijk is, en wat speculatie.
2. Uw veronderstelling wordt gedeeld door anderen, zoals hier: http://bit.ly/lp3BoR
Van de andere kant is er geen bewijs dat het schilderij door Leonardo _niet_ ook de naam Mona Lisa kreeg toebedacht. Omdat het zelfs _onmogelijk_ is aan te tonen dat hij _niet_ met die naam heeft _gespeeld_, is een hypothese op dat punt bijna per definitie onwetenschappelijk (wat trouwens ook weer niet betekent: met zekerheid onwaar).
Meer over onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van het werk is te lezen in dit interessante essay - http://bit.ly/bp6UGp - van Charles Nicholl, die een biografie heeft geschreven van Leonardo: http://bit.ly/jY4rQs
Ik heb de noten [4] en [***] bij mijn stuk aangevuld met behulp hiervan.
[De reactie van 'Anonymus' hierboven en mijn commentaar daarop heb ik opnieuw geplaatst, nadat een en ander door een langdurige storing van Blogger verloren was gegaan. De beide reacties zijn oorspronkelijk van 12 mei.]