Voor zover je van een beeldend werk - dat per definitie geen verzameling beweringen is (over de werkelijkheid of over andere beweringen), maar zelf een deel van de werkelijkheid - zinvol kunt zeggen dat het iets als een code, een vorm van logica bevat, kan ik stellen dat ik de code of logica heb ontdekt van de nieuwe schilderijen van mijn goede vriend; en wel langs de volledig onlogische weg van het toeval en reeksen rationeel bezien willekeurige vormovereenkomsten.
Wat wil namelijk het geval: het spel dat ik was gaan spelen met het getal 12 en het woordje 'do' bleek nog niet ten einde; het slotakkoord ervan bezorgde me een schok van herkenning en verrassing.
Ik was me er bij het schrijven van de eerste versie van 'Openbaring en illusie' niet van bewust dat het Japanse 'do' ook 'groep volgelingen' kan betekenen (vergelijk de twaalf apostelen van Jezus). En belangrijker: dat het rechtstreeks afkomstig is van het Chinese tao.
Welnu, hèt symbool van het taoïsme is zoals bekend het yin/yang-symbool. En laat dat nou precies bestaan uit twee delen die elk een stip, een schijfje bevatten, waarbij het ene deel zich 'negatief' verhoudt tot het andere. Het punt is, dat ik pas nadat ik langs deze irrationele route (12 / dozijn -> toonladder -> do -> tao -> yin/yang) het yin/yang-symbool voor ogen had gekregen - dat ik toen opeens zag dat de basis van de schilderijen aan een daarmee sterk verwant vormprincipe beantwoordt.
Hoewel het onzinnig is om te beweren dat van een keten van irrationele gedachtesprongen bewezen kan worden dat hij klopt, kan ik me gevoelsmatig niet aan de slotsom onttrekken, dat bovenstaande aantoont dat tao / do de broncode is van het jongste schilderwerk van mijn vriend, waarbij dit tao / do op een miraculeuze - grotendeels onbewust door de kunstenaar voltrokken - wijze is samengeklonken met de 'kosmologische' mystiek van Pythagoras en Plato en de 'eschatologische' mystiek van Christendom, Hindoeïsme en Taoïsme. Letterlijk door de behandeling van de materie, worden deze diepgewortelde vormen van houvast in één beweging vertolkt en in uiterste twijfel getrokken (aan verval onderhevig gemaakt).
Etymologische verkenning
Duits Etymologisch woordenboek Duden: Tod komt van Tot. Tot gaat terug op het verdwenen werkwoord touwen (asächs: do-ian, schwed: dö). 'Diese Verb gehört im Sinne von betäubt, 'bewusstlos werden; hinschwinden' zu der unter -> Dunst behandelten Wortgruppe.'
Dunst is het Duitse woord voor 'damp, wasem'
Dunst is verwant aan dust, 'stofwind' (denk aan 'van as tot as'). Nauw verwant met Dunst zijn Tier en Düse - die oorspronkelijk de betekenis 'adem; levend wezen' insloten.
Aan de hele aan elkaar verwante groep woorden ligt het woord dheu ten grondslag ('stuiven, wervelen, blazen; roken, dampen; in heftige beweging zijn'). Dit vind je ook in het Oud-Indische dhu-ma-h en latijnse fumus 'rook', Griekse thymos 'geest, moed', tumon 'zich in de rondte draaien' en tau 'dauw'.[1]
Van Dale over 'dauw': Grieks theo[2] ('ik loop snel'), de grondbetekenis is 'lopen' (van vloeistoffen).
Denk bij het bovenstaande weer aan tao (uitspraak 'dau'), de loop der dingen, de gang van het universum.
Dus: do als oerklank duidt - dwars door alle oude culturen heen - het mysterieuze gebied tussen leven en dood aan; de beweging, werveling van fijne materie die over kan gaan in leven; en omgekeerd het tot stof weerkeren van het levende organisme (laatste adem uitblazen, iets of iemand leven inblazen, van as tot as, de geest geven, in rook opgaan, verstuiven; dopen is óók 'de geest geven' - de gedoopte wordt de heilige geest deelachtig; zowel een priester als een schilder doopt een kwast in een vloeistof om de geest te verspreiden - zeer letterlijk bij Jackson Pollock).
De - letterlijk - behandeling van de materie in het jongste werk van mijn vriend zou dan een wijze van oproepen, van zichtbaar maken zijn van deze gebeurtenis, een ritueel/magisch 'tot leven laten komen' van materie. Vergelijk de golem-legende en de stof 'eobiont' uit De Procedure van Harry Mulisch.
Do en Johannes de Doper
Er zijn twee systemen in notenbenaming: de solmisatie en de letterbenaming. Solmisatie (ut of do, re, mi, fa, ...) bestaat het langst. Het vindt zijn oorsprong in de vocale muziek.
Uit praktische overwegingen ingevoerd door Guido van Arezzo (gestorven + 1050) om de noten te kunnen benoemen bij het leiden van zijn koorleden. Hij ontleende in de hoge bloei van het Gregoriaans de benaming van de noten aan de vesperhymne op het feest van Sint Johannes de Doper[3], als volgt: UT queant laxis REsonare fibris MIra gestorum FAmuli tuorum SOLve pollutis LAbii reatum Sancte Ioannes (Neem de schuld weg van onze onreine lippen opdat uw dienaren met opgeruimd gemoed het wonder van uw grote daden kunnen verkondigen, heilige Johannes). 'Ut' is in een aantal landen later vervangen door 'do'. Wat zijn hoofd betreft, trof Johannes de Doper overigens hetzelfde lot als de legendarische zanger Orpheus. Zie ook m'n blognotitie 'Snaartheoretische fantasie'.
Do als oer-ontsluiting van taal en betekenis
De 'd'-klank kan je overigens, wat betreft de materiële (lichamelijke) productie ervan - de beweging van de tong (taal), die loskomt van het verhemelte en de uitgeademde lucht doorlaat - duiden als de oervertolking van 'ontsluiting', van 'dicht' naar 'open'. (Voor de iets hardere, verwante t-klank geldt hetzelfde; in verschillende talen worden de t en de d dan ook voor elkaar ingewisseld, denk aan 'de' en 'the'; 'dat' en 'that'; 'dood' en 'Tot'; 'doen', 'do' en 'tun'). De tong is op te vatten als de "1" en de mondholte als de "0"; de "d" is een samentrekking van streepje en rondje.
Do als 'zichzelf zijn'
De 'toevallige' vervanging van de noot 'ut' door 'do' zou dan juist betekenisvol zijn, in die zin, dat in de reeks 'do-re-mi-fa-sol-la-ti-do' het eerste en het tweede do een octaaf vormen en (denk aan het systeem van Mulisch) het geheim van het 'zichzelf zijn' (het wel en niet indentiek zijn van een en hetzelfde met zichzelf) verklanken.
'Tao / do' zou dus het mysterie van het 'zichzelf zijn' van het zijn aanduiden.
Gereformeerde art-brutpassage
'Gelijk het Oude Testament zijn twaalftal heeft in de patriarchen, zoo kiest Jezus zijn 12 apostelen; dàt is de repetitie.
Maar, daar is ook expansiezucht in Jezus' twaalftal. Want 12 = 3 × 4. Nu is 3 het getal van God en 4 het getal der wereld. Zoo hoopt de Christus door dit twaalftal God met de wereld in verbintenis te brengen. Hij wil met en door die twaalf de wereld door gaan. Door het apostolaat van de twaalf zal Hij de wereld voor God door zichzelf veroveren.
Aan dit twaalftal hing dan ook, met name wat het getal betreft, Zijn heele Ziel, en ook Zijn sterke geest. Met dat twaalftal, ook als getal, staat of valt Zijn pretentie als Messias (...) En daarom is de keuze van deze twaalf één van de glanzende hoogte-punten geweest van Zijn messiaansche taak. Dat twaalftal kan Hij niet missen. Zijn ambt, Zijn rijk, Zijn profetie, Zijn vervulling vàn het Oude door het Nieuwe Testament staat of valt met de ongereptheid van het twaalftal Zijner messiaansche keuze.'
Gerafelde associaties
12; do-zijn (Engels do-zen); 'do' is 'het pad' (Japans / Zen); van het Chinese 'tao' (de Dao-De-ding van Lao-Tse). Kan ook groep / volgelingen betekenen (bij de Samurai).
'Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.' (Uitspraak van Christus volgens de Bijbel, Johannes 14: 6)
Christus verzamelde om zich heen 12 vissers die zijn apostelen werden; als rotsen (eeuwig zieleheil) in de branding (van het vergankelijke en teloorgaande).
Zowel het Griekse als Hindoeïstische pantheon telde 12 goden.
12 uren = de klok rond; 12 maanden in een jaar; 12 tonen = complete set klanken
Dus twaalf staat voor voltallig, harmonisch, complete cyclus
Dobbelen (op bordspelen bepalen worpen met dobbelstenen het pad, 2 maal 6 is de hoogste score), doven (geluid, licht), dolen (het pad, opzettelijk of per abuis, verlaten hebben).
Doden, mededogen, doneren, dopen, doceren, doka, dominus, domino, domein, dodo, dogma, dom / dome, document, madonna, doek, doleren, doel, doen, doem, dochter, dodecafonie en dodecaëder: regelmatige twaalfvlak, bestaande uit twaalf gelijkzijdige pentagonen (vijfhoeken); staat symbool voor de twaalf tekens van de dierenriem, ofwel het heelal.
MS-DOS, Windows, dot.com
In 'God', 'code' en 'codex' zit 'do' gespiegeld. En dé universele grote geest van het mensdom was... Leonardo da Vinci, die vermoedelijk zichzelf schilderde als Johannes de Doper en natuurlijk behoort tot de briljante mensen die zich hebben bezig gehouden met de indeling van het oktaaf. In een van zijn notitieboekjes staat: "Do you not know that our soul is composed of harmony and that harmony is only produced when proportions of things are seen or heard simultaneously?" (Notebooks, edited by I. A. Richter, Oxford University Press, 1998, p. 201).
Te vinden op het web: 'Profetische Woorden - Een onderzoek naar het gebruik van do-airngir (profeteren, voorbestemmen) in middeleeuwse Ierse teksten.'
Iemand zegt op het web: 'Ook het onderzoek naar de betekenis van het woord 'do', (doorgaans vertaald als ‘wijsheid’) in de klassieke literatuur was erg interessant. Ik had nooit verwacht dat 1 woord zo veel verschillende betekenissen kon hebben'.
Het palindroom 'do-od'.
Griezelige droom: duistere moedergestalte met misvormde baby in lichtende schoot; er weerklinkt "Orlando!".
Toevoeging 10 december 2010: de dosha's in de Ayurveda; de dorische zuilen van het Parthenon; doru is oud-Grieks voor 'speer' (het fallussymbool bij uitstek) - Van Creveld: 'Bij de Grieken kon je bezit niet beter prijzen dan door te zeggen dat het met de doru (speer) was verworven'. Denk ook aan doorn en dolk. Allemaal toeval, uiteraard.
Toevoeging juli 2011: Rangjung Dorje was a noted scholar who composed many significant texts [...] [onder meer] the thirty-six verse doha (Sanskrit) Distinguishing Consciousness from Wisdom.
Dodo en evolutie
In de geest van het octaviteitsdenken van Mulisch: 'dodo' kan je lezen als een octaaf. Het is dan ‘gecodificeerd’ dat het dier dat hét symbool is geworden van het evolutionaire uitsterven, de dodo is. De dodo belichaamt de complete gang van evolutionair tevoorschijn komen en in het niets opgaan.
De dodo is daarmee een concrete paradox geworden: de dodo is en de dodo is niet, of: het onbenullige dier is uit zichzelf tevoorschijn gekomen in een getransformeerde gedaante, als beroemd symbool van ontstaan en vergaan. Leuk is dat in 'Alice in Wonderland' de dodo een hardloopwedstrijd organiseert en na afloop daarvan verklaart: "Everybody has won, and all must have prizes".
Noten
[1] Toegevoegd mei 2011:
Jesaja 26:19:
'Maar
wie u toebehoren, Heer, de doden van mijn volk, zullen leven, weer
opstaan. Wie in de aarde ligt: Ontwaak en juich! Uw dauw, Heer, is een
levenwekkende dauw [ook wel vertaald als 'dauw van de ochtend' of 'dauw
der moeskruiden'; zie ook hier; K], door uw dauw geeft de aarde haar doden terug'.
Dao De Jing 32, 'Over de aanwezigheid van het Tao in de wereld':
'Tao is eeuwig, onnoembaar.
Hoe gering het ook in zijn eenvoud is,
waagt toch de ganse wereld niet het te onderwerpen.
Als koningen en vorsten het konden handhaven,
zouden de tienduizend wezens zich schikken vanzelf.
Hemel en aarde zouden zich verenigen en een zoete
dauw doen neerdalen en zonder bevel, vanzelf
raakte het volk tot harmonie.'
[2] Toegevoegd juli 2013: 'the' zit - of dit etymologisch klopt weet ik niet - in 'theorie'. Van theoria "contemplatie, speculatie, kijken naar, bekeken ding", van theorein "beschouwen, speculeren, kijken naar", van theoros "toeschouwer", uit thea "schouwspel" (denk aan 'theater') + (h)oros "wie ziet", van horaein zien (Duden).
'Theorie' impliceert dus qua oorspronkelijk betekenisveld een scheiding tussen subject (toeschouwer) en object (schouwspel). Mogelijk betreft dit een vroege - Oud-Griekse - rationalisering van de ongrijpbare, ondeelbare en onmiddellijke 'evidentie' van het 'tao' en 'theo' in de zin van 'ik loop snel'. Tekenend voor de hiermee gemoeide 'patriarchale coup' is dan dat 'thea' - het schouwspel, het bekekene - vrouwelijk is en 'horos' - de beschouwer, de kijker - mannelijk.
[3] Toegevoegd mei 2011: Nog een aardige coïncidentie betreffende Johannes de Doper en muziek: Peter Sloterdijk schrijft zijn Sferen-trilogie (deel I, hoofdstuk 8 - Het stadium van de sirenen, de eerste sonosferische resonantie): 'Schenkt men geloof aan de resultaten van het meest recente psychoakoestische onderzoek [door Alfred Tomatis
cum suis], dan ondergaat de foetus in de moederbuik een akoestische
doop. Dit gebeurt niet zozeer door het feitelijke ondergedompeld zijn in
de intra-uteriene Jordaan, maar door het onderduiken in de exquise
klank, die hoorbaar wordt zodra de moederstem op de golflengte van de
begroeting het beginnende leven toespreekt. Dopen en begroeten zijn
identiek aan elkaar (...)' Sloterdijk interpreteert de sirenenzang -
waarmee hij daarna de verwelkomende moederstem vergelijkt - als een hymne,
die de aanhoorder tot de bezongen held maakt van zijn
levensgeschiedenis - iets waarnaar ieder mens ten diepste zou
(terug)verlangen.
Toegevoegd november 2012:
Sloterdijk zinspeelt met 'beginnende leven' en zeker met 'intra-uterine
Jordaan' zelfs overduidelijk op het dopen van Jezus door Johannes en
misschien mede op het evangelie van Johannes,
met de beroemde zinnen 'In den beginne was het Woord, en het Woord was
bij God', 'En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond
[...]' en 'In Hetzelve was het Leven'. In zijn boek Orpheus - The fisher. Comparative studies in Orphic and early Christian cult symbolism
(1921) wijst Robert Eisler op frappante parallellen tussen de mythen
rond Orpeus en die rond Johannes de Doper en Jezus Christus - al
geloofde hij niet meer, zoals hij eerder deed, dat het vroege
christendom door het orphisme is beïnvloed (wellicht zijn de
overeenkomsten dus, à la Jung, meer 'archetypisch' te duiden vanuit het
'collectief onbewuste').
Zie ook m'n blognotitie:
Kladgedachten bij Pirsigs Kwaliteit (28 mei 2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten