"Meneer Hans Jansen [ de arabist, ook in de uitzending; K ] heeft al gezegd, de bijbel is in een bepaalde context heel goed te begrijpen (...) en daarom is het volgens Jansen een minder strijdlustig boek (...). Maar wat ik belangrijk vind om te onderstrepen, wat elke imam je zal vertellen die niet is geradicaliseerd, is dat elke passage van de koran is geopenbaard in een bepaalde context. (...) Het letterlijk nemen houdt voor mij in dat ik de koran volg, wetende in welke tijd en waarom het is geopenbaard."
Dat klinkt redelijk, al is de combinatie van "het letterlijk nemen houdt voor mij in dat ik de koran volg" en "wetende in welke tijd en waarom het is geopenbaard" ook wat wonderlijk.
Islamitische staat
Maar Umar vervolgt even later in de uitzending:
"Wat betreft afvalligheid zijn we geneigd te denken nu - enerzijds doet een groep moslims dat ook fout en anderzijds niet-moslims - dat de islam zegt dat iedereen die afvallig is vermoord zou moeten worden en noem maar op. Terwijl het te vergelijken is met - althans waarin het geopenbaard was, de context waar ik het weer over heb - in Nederland: als ik tegen mevrouw Verdonk zou zeggen, mevrouw Verdonk ik ben geen Nederlander en ik blijf toch hier, ik verscheur mijn paspoort, ik wil niet werken, dan zegt zij "nou rot dan maar op uit mijn land", om het maar heel grof te zeggen. Dus die regel geldt eigenlijk alleen in islamitische staat, waarin het je houden aan de islam ook het je houden aan regels om je heen is."
Umar zegt dus, als men hem letterlijk volgt: de regels in de koran omtrent afvalligheid gelden (alleen, maar wel degelijk) in een islamitische staat. En waarschijnlijk is dat in zijn ogen zo met alles wat in de koran is 'geopenbaard'. Suggererend dat je de koran net zo goed in zijn context moet lezen als de bijbel, bedoelde hij dus niét dat het boek in zijn geheel en de honderden voorschriften in het bijzonder begrepen moeten worden als door en door historisch bepaald en mogelijk grotendeels tijdgebonden en achterhaald - laat staan destijds al discutabel. Nee, hij doelde op de maatscháppelijke context. Dat is een cruciaal verschil. De koran is voor Umar - die indruk krijg ik tenminste na wat rondkijken op www.wijblijvenhier.nl - als het ware de compacte 'islamitische staat', in zowel persoonlijk en spiritueel als in collectief en politiek opzicht, niet onderhevig aan de geschiedenis in de zin van voortschrijdend inzicht, al vragen nieuwe situaties zeker om nieuwe toepassingen van de letterlijke tekst door gezaghebbende geestelijken. De koran is het woord van God, dat absoluut waar en toereikend is en blijft zolang niet God zelf met aanvullende openbaringen komt. Wat overigens doet denken aan de eendrachtige onzichtbare handen van de bijbelse God en Adam Smith die Bush en Blair overal de heilstaat zien smeden met henzelf als medeuitvoerders, of aan de geschriften van Marx en Mao.
Dat dit geen ongelukkige formulering[1] van Umar in de hitte van de studiolampen was, blijkt uit de vergelijking die hij maakt op de website [ook via Wayback Machine hier te lezen] van Wij blijven hier:
"Neem dan de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog en stel dat de moslims Nederland waren en de niet-moslims Duitsland. De afvalligen toen waren de overlopers, landverraders en collaborateurs van de Tweede Wereldoorlog... In die context kwam die straf en in slechts die context geldt deze. Dat is mijn standpunt."
Innerlijke tegenspraak
Wat Umar doet met zijn twee vergelijkingen - en als ik het goed begrijp is dat precies ook de gedachtengang van Tariq Ramadan - is een inconsistente en onhoudbare combinatie maken van cultuurrelativisme en islamitisch dogmatisme: enerzijds heeft in zijn ogen iemand als de ex-moslim Ehsan Jami in Nederland het recht op veiligheid (mogen moslims hem geen haar krenken); anderzijds wordt in een islamitische staat een afvallige terecht bestraft conform de regels in de koran (is het terecht dat daar op afvalligheid de doodstraf staat).
Je vraagt je dus af: waarom eigenlijk zou volgens Tariq Ramadan en in diens voetsporen volgens Umar Mirza en vele andere jonge Europese islamieten een diep religieuze moslim Salman Rushdie niet hebben mogen vermoorden waar deze zich ook bevond; want dat was toch door een grootayatollah opgedragen? Omgekeerd: hoe kunnen Ramadan c.s. in zijn algemeenheid het woord van een in hun ogen gezaghebbende moslimautoriteit wet achten, als de autoriteit oproept tot het bestraffen (c.q. doden) van een ongelovige in een context - de Westerse maatschappij - waarin Ramadan en geestverwanten het niet geoorloofd (zeggen te) achten zo'n straf ten uitvoer te brengen? Je kunt het woord van geestelijk leiders toch niet zowel beslissend achten als betwijfelen? Als je het op één punt beter kunt weten, waarom dan niet tevens op veel andere punten?
De innerlijke tegenspraak is evident in meerdere opzichten.
Gezaghebbende geestelijken
De minst ingewikkelde verklaring van die inconsistentie is: opportunisme, strategisch of beleefd handelen, daarbij wijselijk het één zeggend en het ándere denkend - jegens je westerse landgenoten, jegens je moslimbroeders in islamitische staten als Iran, Saoedi-Arabië, Soedan en Nigeria, of jegens allebei. En misschien tevens jegens jezelf... Het is mogelijk dat Ramadan c.s. werkelijk verward zijn omtrent wat en wie 'gezaghebbend' is. Want de sociaal-psychologische vraag die hier speelt, ongetwijfeld teruggaand op vormende jeugdervaringen, bijvoorbeeld de harde hand van de vader, is: hoe bestaat het dat volwassen mannen het woord van bepaalde andere mannen, in dit geval van Mohammed tot Khomeini, wet achten? Wat bepaalt dat zekere (groepen) mannen de rol en status van waarheidsprekende geestelijken krijgen? Hoe raakt men niet van de wijs door conflicterende stromingen binnen de eigen religie - denk aan de soenieten en sjiieten? Hoe kan men er blind voor blijven dat men in laatste instantie zélf beslist dat bepaalde autoriteiten het beslissende woord spreken - dat jijzelf de autoriteit bent die je autoriteiten installeert? De enige uitweg is: geloven dat het au fond God is die alles beslist. Maar dan beslist God dus over de afvalligheid of overspeligheid van een mens. God laat je dingen doen waar hij een zware straf op heeft gesteld. Jij krijgt straf voor wat God (met je) heeft gedaan. Een bijna perverse gedachte.
Daarom is het vermoedelijk veelzeggend dat Umar in NOVA de zin "maar wat ik belangrijk vind om te onderstrepen" meteen laat volgen door: "wat elke imam je zal vertellen die niet is geradicaliseerd". En resoneert in zijn "dat is mijn opvatting" na het maken van de vergelijking (mede geïnspireerd door opmerkingen van Jan Marijnissen in een andere context?) van landverraders in de oorlog met afvalligen in een islamitische maatschappij, waarschijnlijk evenzeer de stem van zijn imam(s).
Die vergelijking maakt overigens nieuwsgierig naar Umars kijk op bijvoorbeeld zelfmoordaanslagen en ander door groepen moslims begaan geweld in Pakistan, Afghanistan, Algerije, Israël, Irak et cetera. Zijn dat wellicht bezette islamitische staten en zijn de terroristische activiteiten te vergelijken met het (ondergrondse) verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog?[#] Hoe groot is dan nog de stap van een 'geradicaliseerde' imam, die stelt dat ook in landen die nooit islamitisch zijn bestuurd, moslims (immigranten) worden onderdrukt en vernederd en daarom het recht hebben zich, desnoods de wetten ter plaatse overtredend, te verzetten, mits ze zijn gericht op het vestigen van een islamitische staat? En wat, in omgekeerde richting, te denken van het feit dat door Mohammed en zijn opvolgers veel gebieden met harde hand zijn geïslamiseerd; de vaak nog aanwezige niet-islamitische minderheden daar, hebben die volgens Umars redenering niét het recht een vrijheidsstrijd aan te gaan?
[#] Veel later toegevoegde noot: Tariq Ramadan heeft als voorganger in een gebed voor islamitische studenten allah gesmeekt om de overwinning van de 'broeders en zusters' in onder meer Afghanistan, Soedan en Algerije - dus bloeddorstige islamisten van de ergste soort. Ramadan: 'Aanvaard alles van hen, en laat hen met beide benen op de grond staan en geef hen een plek in uw paradijs met de uitverkoren gelovigen en met de martelaren'.Hoe dan ook: de kern van het dispuut in NOVA blijkt te zijn, dat de afvallige moslim, bijvoorbeeld Ehsan Jami, volgens de lezing van de koran door Umar Mirza en zonder twijfel vele anderen, geen principieel recht heeft op veiligheid en vrijheid van expressie - ook al wenst de laatste Jami met de mond alle veiligheid toe. In de context van een islamitische maatschappij zou Ehsan van Umar en diens broeders alles te vrezen hebben[2].
Ramadan geen Luther
Dit is exact het punt waarom het draaide in de botsing op de Franse tv tussen Nicolas Sarkozy en Tariq Ramadan betreffende het stenigen van overspelige vrouwen, nauwkeurig beschreven in een spraakmakend essay van Paul Berman. Ramadan, door Sarkozy het vuur aan de schenen gelegd, kreeg het niet voor elkaar het stenigen principieel te veroordelen of nauwkeuriger gezegd: hij kreeg het niet voor elkaar de uitleg van de koran door (de) gezaghebbende islamitische geestelijken op het punt van steniging te veroordelen. In plaats van het gebruik hartstochtelijk te verwerpen en zijn geloofsgenoten aan te sporen hetzelfde te doen, formuleerde hij voorzichtig een "moratorium" op de praktijk van het stenigen en bepleitte hij een herbezinning - door (de) gezaghebbende islamitische geestelijken - op de passages over steniging in de koran. Daarmee dus impliciet stellend: de interpretatie van (de) gezaghebbende islamitische geestelijken is en blijft doorslaggevend[3]. Een Ramadan lijkt in deze op bijvoorbeeld streng-katholieken voor wie het woord van het Vaticaan wet is. Hooguit is hij als een kardinaal die de paus iets probeert in te fluisteren. Hij legt beslist niet de opstandigheid van een jonge Luther aan de dag - wiens benadering van de bijbel en godsdienst nog niet eens werkelijk bevrijdend was.
Of moeten we het zo zien, dat Tariq Ramadan de islamitische geestelijken die steniging een terechte straf vinden, in de luren wilde leggen door te veinzen dat hij hun uitleg van de koran - volgend op een moratorium - uiteindelijk doorslaggevend acht, ook als ze zouden blijven bij hun oude standpunt? Maar is zulks - het bieden van een opening voor strafherziening zonder gezichtsverlies van de rechters - niet een al te doorzichtige truc in de ogen van de betreffende geleerden? Dusdoende maakt Ramadan zich noodzakelijk ongeloofwaardig zowel bij zijn middeleeuws denkende moslimbroeders als bij westerlingen. En waar hij zelf voor staat, blijft voor meerdere uitleg vatbaar.
Zie ook dit artikel van Eric Krebbers (Fabel van de Illegaal) over Tariq Ramadan.
Samenvatting
Kortom, wat betreft het begrip "context" stemmen de onder Westerse moslims zeer invloedrijke Tariq Ramadan en een jonge Nederlandse moslim die flink aan de weg timmert van de toekomst van de islam in Nederland, hierin overeen:
- men zegt de rechtsstaat van het land waar men woont te respecteren, maar het heeft er alle schijn van dat dit respect niet inhoudt dat men de grondwet en wetgeving ten principale respecteert in de zin van: de grondwaarden daarvan deelt, het geestesgoed dat ermee is gemoeid zich als uitgangspunt eigen maakt; de koran blijft altijd baas boven baas en wellicht geldt dat ook voor de als gezaghebbend geldende islamitische geestelijken[3] - waarbij volstrekt schimmig is (hoe wordt bepaald) welke geestelijken gezaghebbend zijn of op welke punten ze dat wel en op welke punten ze dat niet zijn; omdat de koran de ultieme, maar voor meerdere, telkens weer andere uitleg vatbare toetssteen is, kiest men voor een situatie van principiële rechtsonzekerheid en autoritaire willekeur[4].
- expliciet of impliciet keurt men de praktijken in (ware) islamitische staten goed; dus mogelijk ook de barbaarse straffen op 'misdaden' als afvalligheid, seksuele zelfbeschikking door vrouwen, homoseksualiteit et cetera en het handhaven van genderapartheid, kledingvoorschriften, geheime politie en zo meer; wat (ware) islamitische staten zijn, blijft daarbij een unheimlich[5] raadsel;
- onmiskenbaar is de oorzaak van bovenstaande, dat men geen helder idee heeft van wat vrijheid van denken is: de principiële mogelijkheid en het recht als individu tot een onafhankelijk oordeel te komen over wat autoriteiten - van ouders tot geestelijken - als waarheden poneren en dat oordeel met kracht publiekelijk te uiten zonder te hoeven vrezen voor je veiligheid.
Het is verontrustend als in een land de groep mensen die niet vrij denkt, groeit. Alleen al op dat punt gaat de nogal eens gehoorde relativering 'dat we immers ook Staphorst hebben' mank[6]: Staphorst is niet in opmars, de groei van de Christenunie ten spijt. Tariq Ramadan, Umar Mirza en miljoenen geestverwanten zullen de toekomst van Europa mede inkleuren, in de context van de koran.
Terzijde
Comité voor ex-moslims en de PvdA
Het lijkt erop dat men binnen de PvdA, van Wouter Bos tot Job Cohen, de volgende verkeerde, zelfs paternalistische en anti-emancipatoire keuze maakt: men bekritiseert niet het navolgen van geestelijke autoriteiten door gelovigen (c.q. moslims), laat staan dat men het vrije denken als zodanig propageert - en dus bijvoorbeeld een comité van afvalligen enthousiast steunt -, maar vestigt zijn hoop vooral hierop, dat als geestelijke autoriteiten lieden gaan optreden die er humane en verlichte denkbeelden op na houden (en deze verkondigen in hun preken et cetera). Vandaar bijvoorbeeld Cohens steun aan de komst van een grote 'moderne' moskee in Amsterdam. Of pleidooien voor het opleiden van imams met westerse ideeën. Kort door de bocht gezegd, men kiest voor 'via Mohammed tot Domela Nieuwenhuis' in plaats van het direct uitdragen van seculiere waarden en idealen.
Nu was Nieuwenhuis zoals bekend van origine een dominee. Zouden de socialisten daarom niet los komen van het idee, dat islamitische Domela's de moslimbevolking moeten emanciperen?
Dat de PvdA-top zich klaarblijkelijk niet heeft gerealiseerd dat men meteen met Ehsan Jami in gesprek moest - de explosiviteit van diens optreden was immers evident, ook voor hij beledigende uitspraken over Mohammed deed -, is een verschrikkelijke blunder te noemen. Men had helemaal aan het begin mogelijk een constructieve invloed kunnen uitoefenen op Jami's optreden zonder de verdenking van muilkorven te wekken; waarbij het comité voor ex-moslims centraal zou zijn blijven staan. Minstens zo belangrijk: men had ook contact moeten leggen met de eerste mensen die zich bij Jami aansloten. Dat zou het mogelijk hebben gemaakt het comité voluit te blijven steunen en de kans te vergroten dat het initatief zou voortbestaan zelfs als het tot een breuk gekomen zou zijn tussen het comité en een egotrippende Ehsan Jami. Nu heeft de partij, bij monde van een veel te laat optredende Wouter Bos, helaas de schijn gewekt dat Jami's oververhitte solisme voor de PvdA als een geschenk uit de hemel kwam.
Overigens is het verontrustend dat de Amsterdamse PvdA-wethouder van Marokkaanse komaf Ahmed Marcouch[##], blijkens uitpraken in het boek "De moslim bestaat niet" (2005), geschreven door huidig PvdA-parlementariër Samira Abbos (eigenlijke naam Samira Bouchibti), over Yusuf Al-Qaradawi [3] zegt: "Als ik dingen niet begrijp, raadpleeg ik de toelichtingen of mijn relaties die ik betrouwbaar en deskundig acht. Op dit gebied is bijvoorbeeld Youssoug Al Qaradawi een boegbeeld in de islamitische samenleving, een Korangeleerde en groot wetenschapper." Inzake het optreden van Ehsan Jami zou Marcouch, Al-Qaradawi erop naslaand [latere toevoeging: de link is gebroken; via Wayback Machine nog hier te lezen; K], begrijpen dat Jami, als afvallige, het beste kan worden omgebracht, zij het niet in Nederland (zolang dat geen islamitische staat is).
[##] Later toegevoegde noot: zie over Marcouch de inleidende update bij een andere blognotitie. Marcouch lijkt zich steeds verder los te maken uit de greep van de 'geleerden'.Vrijdenken en ethiek
Bij de lofzang op het vrije denken versus het navolgen van autoriteiten valt wel een kanttekening te maken. De gelovige – van welke religieuze gezindte dan ook – kan de vrij denkende voor de voeten werpen, dat diens opvatting van individuele vrijheid, waarheidsvinding en waardebepaling kan leiden tot een volkomen subjectiveren van deskundigheid, waarheid, waarden en normen. Anders gezegd: tot het zichzelf installeren als absolute autoriteit. En waarom, hoor je de gelovige vragen, zou ik mijzelf beter in staat achten te beslissen over wezenlijke vragen rond waarheid en goedheid dan - wijze - anderen? Of waarom zou ik de waarheden, waarden en normen die jij als vrijdenkend individu poneert, serieuzer nemen dan die van de geestelijken (en hun traditie) die ik hoog acht? Kan jij eigenlijk wel vrij van je eigen, westerse traditie tot je oordelen komen?
Kortom de kwestie dat het niet eenvoudig en zelfs onredelijk is ethiek te funderen op louter vrijheid van denken. Je ontkomt er niet aan, in het debat met Tariq Ramadan en gelijkgestemden, méér op te voeren dan louter individuele vrijheid. Je moet aan dat vrijheidsbegrip inhoud en betekenis geven, vanuit een bron die wordt gevoed door een veelheid van lessen uit de geschiedenis, de diversiteit aan filosofische, religieuze en politieke geschriften en wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingen, en in dat licht door principes als empathie, wederkerigheid, niet-schenden van lichamelijke integriteit, gelijke kansen, bescherming van mensen in een zwakke positie, recht op privacy, ongecensureerd onderwijs, vrije pers, vrijheid van vergadering, democratie en vrije verkiezingen, tolerantie (maar geen tolerantie voor intolerantie, want dat is innerlijk tegenstrijdig), scheiding van religieuze, politieke en rechterlijke macht en spreiding van macht in het algemeen et cetera. Universele of althans talloze mensen aansprekende principes, waarmee vele praktijken in islamitische staten - en trouwens ook van het Westen, voornamelijk jegens niet-westerse volken - flagrant in strijd zijn. Principes die worden gekenmerkt door een hoge mate van abstractie die speelruimte laat aan de invulling ervan, door het accent op rechten en door de minimalisering van dwang.
Noten
[1] Eén slag moet ik om de arm houden en als het zo ligt, ben ik onmiddellijk bereid Umar mijn excuses aan te bieden: het kán zijn dat hij met "islamitische staat" toch bedoelde: de staat die Mohammed handhaafde met grote moeite en helaas door middel van straffen die in onze tijd niet meer thuis horen (maar ook Mohammeds belagers kenden zeer wrede gebruiken). Volgens mij zegt Umar dat niet, maar iets in me hoopt, bijna tegen beter weten in, dat hij het zo bedoelde. Dan zou hij met "de moslims" in zijn vergelijking op wijblijvenhier.nl eveneens moeten duiden op de eerste moslims, in de begintijd van de islam.
Ook is het niet gezegd dat Umar de wijze van toepassing van de regels omtrent afvalligheid in alle concreet bestaande islamitische staten (geheel) onderschrijft. Maar als de regels in de koran in sommige islamitische staten, volgens de geleerden daar, andere praktijken voorschrijven dan in andere islamitische staten, ook met hun gezaghebbende geestelijken, waarbij beide groepen geestelijken zich beroepen op God en zijn heilige boek: hoe is het mogelijk dat Umar en zijn medemoslims daardoor niet in een diepe religieuze crisis belanden?
Enkele dagen na het schrijven van dit artikel, las ik onderstaande reactie op het NOVA-optreden van Umar Mirza (zie de bijdrage van "fjord" onder het artikel "Is er een chirurg in de zaal"):
"Des te meer waardering dat je er op aandrong om je antwoord af te kunnen maken en in te gaan op de vraag of moslims hun geloof mogen afzweren.
Ik vond je antwoord nogal verontrustend. Als ik je goed begrepen heb maakt volgens jou de Koran een verschil tussen staten waarin de islam het voor het zeggen heeft en staten waar dat niet zo is (zoals hier in Nederland). Zolang een land geen islamitische staat is mag iemand zijn islamitische geloof verlaten. Maar in een islamitische staat mag dat niet.
Dat vind ik een zeer verwerpelijke gedachte. In feite zeg je zolang de moslims de macht niet hebben is die vrijheid er, maar als moslims wel de macht hebben dan wordt die vrijheid van godsdienst de nek omgedraaid.
Ik hoop van harte dat ik je verkeerd begrepen heb en dat je het nog een keer wil uitleggen."
Helaas heb ik geen antwoord van Umar Mirza aangetroffen. Wel een reactie van "Kamal", waarschijnlijk Kamal Essabane, die net als Umar deel uitmaakt van de redactie van wijblijvenhier.nl:
"Ik denk dat Umar Mirza probeerde uit te leggen dat doodstraf op afvalligheid historisch te maken had met de verbondenheid van loyaliteit aan de staat. Een afvallige stond gelijk aan een verrader. De Koran wijst erop dat er in de begintijd van de islam groepen niet-moslims die met de vijand samenheulden zich 's-ochtends bekeerden tot de islam om informatie in te winnen en 's-avonds de islam weer verlieten (3:72).
Er zijn nu dus grote geleerden van de Al-Azhar [het laat zich vrezen dat Kamal hier doelt op onder meer Yusuf Al-Qaradawi, zie noot [3]; K] die doodstraf op afvalligheid in onze context niet toepasselijk vinden omdat het niets met spionage en verraad te maken heeft."
Bovenstaande vormt een duidelijke illustratie van de mistigheid - wat bedoelt Umar zelf precies; wat bedoelt welke geleerde; en wie is gezaghebbend? - die de Ramadaniaanse benadering van Kamal en Umar aankleeft en altijd, en terecht, aanleiding zal geven tot verontrusting en wantrouwen.
Toevoeging 8 september:
Net deze informatie gevonden:
http://www.sargasso.nl/archief/2007/01/06/schuldig-aan-slogans/
http://www.pvisp.nl/index.php/gis/eenpost/gis/geen/219
Frans Groenendijk zal wel in de hoek van de 'islamhaters' worden geplaatst, maar hij lijkt me zeker geen extreemrechtse vuilspuiter en het lijkt uitgesloten dat de citaten die hij januari dit jaar heeft overgeplakt vanuit derwish.nl daar niet stonden. Opmerkelijk, Groenendijks voorspelling "Omdat er een kans bestaat dat deze stukjes nu snel weggepoetst worden bij derwish.nl ", is inmiddels bewaarheid: de links naar de citaten lopen nu dood. De context ervan is dus niet meer terug te halen.
Al bij al lijdt het nog weinig twijfel dat Umar Mirza in NOVA het standpunt vertolkte van Faisal Mirza, te weten, in mijn woorden: in het islamitische recht, c.q. in een islamitische staat, verdient een afvallige de doodstraf en dat is volkomen vergelijkbaar met de doodstraf op bepaalde misdaden in de Westerse wereld.
Het gaat dus niet om het verleden, maar om een tijdloos principe, afleidbaar uit koran en hadith. Zeer verontrustend.
Groenendijk haalt in zijn reactie op sargasso.nl, fair enough, ook ene Tasneem aan, die op derwisch.nl heeft gezegd: "Wil je toch jezelf wegkeren van de Islam dan is de oplossing simpel: verlaat de islamitische jurisdictie! Dat is in het verleden ook altijd gedaan door mensen die niet meer als moslim door het leven wilden."
Even zou je kunnen denken dat volgens deze tasnemiaanse wending de doodstraf, wat bizar zou zijn, slechts een woordspel is, een papieren tijger: dat je niks hoeft te vrezen als je handelt in twee stappen, eerst de 'islamitische jurisdictie verlaten' en dan je geloof. Maar mede gezien de citaten van Faisal Mirza in dezelfde context, zegt Tasneem vrijwel zeker eigenlijk dit: als je in een islamitische staat leeft en je geloof wilt verlaten zonder de doodstraf te krijgen, ontvlucht dan de islamitische staat! Simpele oplossing!
[2] Precies dit punt werpt Fouad Laroui Tariq Ramadan voor de voeten in een recent debat (13 juli 2007, zie het videoverslag op de website van Vrij nederland): "We should always say which situation we are in. Situation A is a country where moslims are a minority, therefore they can claim freedom of speech, claim respect et cetera. Situation B is a situation in which moslims are a majority, so that if they want they can introduce the sharia. If we're talking about Holland, where muslims are a minority, and if someone wants to come with a party of ex-muslims, the only thing muslims can do, is accept it. The real question is: what would they do if they were the majority [cursivering omdat Laroui dit met nadruk uitspreekt]."
[3] Over Tariq Ramadan en de onder vele moslims, ook Europese, gezaghebbende islamistische sjeik Yusuf al-Qaradawi vermeldt Paul Berman in zijn essay over Ramadan enkele belangrijke wetenswaardigheden:
"And there is the example of Sheik Yusuf al-Qaradawi, by all accounts one of the great scholars of Sunni Islam, a man with a long and illustrious history in the Muslim Brotherhood who went on, after his emigration to Europe, to help found the European Council for Fatwa and Research--all this, even apart from his other career, thanks to Al-Jazeera television, as the world's most visible expert on Islamic jurisprudence. It was Sheik al-Qaradawi who directed the funeral prayer at Said Ramadan's funeral in Cairo in 1995--as Tariq Ramadan proudly reports in The Roots of the Muslim Revival.
And yet Qaradawi is also the person who, in 2003, issued the most famous of the fatwas authorizing suicide terrorism by Palestinians. He issued the gruesome fatwa permitting women to commit suicide terrorism while, at the same time, giving women terrorists a dispensation from the normal obligation to conceal their hair under a hijab--a bizarre touch on Qaradawi's part, underlining the ritualistic nature of these acts, and yet entirely in keeping with the sort of erudite matter that Qaradawi normally concerns himself with: say, whether women must keep to themselves when they are menstruating (a point that he rejects, on authority) or whether they may have intercourse with their husbands during that time (they may not, though other kinds of physical pleasure are permitted).
(...) As for Tariq Ramadan, he reveres Qaradawi above all other present-day Islamic scholars, and in one book after another he has left no room for doubt about his fealty. If anyone in the world offers a model of modern enlightened Islam, Ramadan plainly judges Qaradawi to be that person. Ramadan has contributed prefaces to two collections of Qaradawi's fatwas in their French editions, not to mention other books written by people with one or another sort of connection to the terrorist vogue--these editions published by the Tawhid house in Lyon, which is Ramadan's publisher as well.
(...)
The problem lies in the terrible fact that Ramadan's personal milieu--his grandfather, his family history, his family contacts, his intellectual tradition--is precisely the milieu that bears the principal responsibility for generating the modern theoretical justification for religious suicide-terrorism. Yet what can Ramadan do about this horrific reality--turn against his family? He is his family's prince. He has timidly offered jurisprudential proposals contrary to Qaradawi's; but Ramadan, unlike Qaradawi, is a university philosopher, a secular figure (in spite of everything), and not an authoritative theologian. Ramadan's opinions are opinions; Qaradawi's opinions are law. What is Ramadan to do, then? To challenge Qaradawi's authority would mean challenging the system of authority as a whole, which is something well beyond the salafi reformist idea. So Ramadan writes op-eds, which are not fatwas. And he devotes his life to burnishing the prestige of his father and grandfather and their works, and to promoting the cause of salafi reformism, which means promoting the authority of true and authentic Islamic scholars such as Qaradawi."
Zie over Al-Qaradawi ook dit artikel in The Observer en deze inventarisatie van kwalijke standpunten door de "gay and lesbian human rights group OutRage!".
In het in noot [2] genoemde debat tussen Tariq Ramadan en Fouad Laroui zegt Ramadan weliswaar dat hij met Al-Qaradawi op verschillende punten van mening verschilt, maar de felle, autoritaire toon waarop hij de sjeik verdedigt tegen een aanval van Laroui spreekt boekdelen. De botsing gaat precies over afvalligheid. Laroui blijft erbij dat volgens Al-Qaradawi daarop de doodsstraf staat - waarin hij volgens onder meer de wikipedia, die verwijst naar een nog op het web te vinden citaat van Al-Qaradawi [latere toevoeging: de link is gebroken; via Wayback Machine nog hier te lezen en tevens hier op Onislam.net; K], volkomen gelijk heeft; Ramadan blijft echter volhouden dat de sjeik zegt dat afvalligen niet moeten worden gedood, wat een aperte leugen is - getuige deze onzinnige redenering van de verondersteld geleerde (!) Al-Quaradawi:
"The death penalty with regard to apostasy is to be applied only to those who proclaim their apostasy and call for others to do the same. Islam lays down this severe punishment in order to protect its unity and the identity of its community. Every community in this world has basic foundations that are to be kept inviolable, such as identity, loyalty, and allegiance. Accordingly, no community accepts that a member thereof changes its identity [wat een onzin; K] or turns his or her loyalty to its enemies. They consider betrayal of one's country a serious crime, and no one has ever called for giving people a right to change their loyalty from a country to another whenever they like.
Apostasy is not only an intellectual situation whose handling is confined to discussing the principle of freedom of belief; it also involves a change of loyalty and identity. People who apostatize from Islam give up their loyalty to the Muslim nation and pay allegiance, heart and soul, to its enemies. This is denoted in the agreed-upon hadith that clarifies the kinds of people whose blood is lawful to shed and describes among those people the apostate, by saying, 'Or someone who abandons his religion and the Muslim community' (Ibn Mas`ud).
Apostasy involves a change of loyalty and identity.
The phrase, 'And the Muslim community' is part of the description of an apostate; this entails that every apostate from Islam by implication abandons the Muslim community." [cursivering door mij; let ook speciaal op de laatste zin; K]
De NRC-journaliste die een pro-hoofddoekconferentie in Londen (12 juli 2004) bijwoonde, tekent in haar verslag alert op dat gastspreker Tariq Ramadan weliswaar niet meedeed met het donderende applaus waarmee de zaal gastspreker Al-Qaradawi verwelkomde, maar ze vraagt zich terecht af: "Onlangs nog maande hij [Ramadan; K] de moslims in zijn gehoor tijdens een lezing in Amsterdam niet voor inspiratie en raad naar Mekka en Kairo (de sunnitische Azhar-universiteit) te kijken, maar eigen islamitische leidscentra te ontwikkelen. In het Midden-Oosten is de situatie immers volstrekt anders dan in het Westen. De vraag drong zich op wat de volstrekt Midden-Oosterse inspiratiebron Qaradawi dan daar naast hem deed, maar daarover zweeg hij gisteren." Hieraan kan worden toegevoegd, dat Ramadan in 2006 volop deelnam aan een conferentie van islamtische geestelijken uit het Midden-Oosten, waar ook Al-Qaradawi prominent figureerde. Umar Mirza's verslag hiervan illustreert de status die islamisten als Al-Qaradawi genieten ook bij groepen moslims in Europa.
[4] Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg merkte in een arrest van 13 februari 2003 over de rechtmatigheid van een verbod voor de Turks-islamitische Refah partij op "dat de sharia niet verenigbaar is met de fundamentele principes van de democratie".[8]
Op 29 juni 2004 oordeelde het Hof in een arrest over de rechtmatigheid van een verbod op het dragen van een hoofddoek bovendien "dat de bepalingen van de sharia, onder andere betreffende strafrecht, lijfstraffen en de positie van vrouwen in het geheel niet verenigbaar zijn met de de seculiere rechtsstaat en de Conventie (= de Europese conventie voor mensenrechten)".
Bron: Nederlandse Wikipedia over de sharia.
[5] Weinig geruststellend is de volgende observatie van de Turkse schrijfster Necla Kelek: "Islam is a social reality. Despite all differences of detail, in its writings and its philosophy it constitutes a cohesive view of mankind and the world. Let us look at the question of human rights and women's rights, for example. In those areas, Muslims are very united indeed. On August 5, 1990, 45 foreign ministers of the Organisation of the Islamic Conference, the highest international secular body in the Muslim world, signed "The Cairo Declaration on Human Rights in Islam." In that document, Muslims from around the world expressed their common attitudes towards human rights. It was intended as an appendix to the UN's Universal Declaration of Human Rights. The Cairo Declaration is not binding under international law, but it illuminates the global attitude of Islam with respect to fundamental rights. The fact that it constitutes a minimal consensus, rather than an extreme view, makes it all the more illuminating.
The most important statements of this document are to be found in its two final articles:
Article 24: 'All the rights and freedoms stipulated in this Declaration are subject to the Islamic Sharia.'
Article 25: 'The Islamic Sharia is the only source of reference for the explanation or clarification [of] any of the articles of this Declaration'.
And in contrast to the UN Declaration, the Cairo Declaration's preamble states that the members of the Organisation of the Islamic Conference reaffirm "the civilizing and historical role of the Islamic Ummah, which God made the best nation that has given mankind a universal and well-balanced civilisation..."
- Zie ook de naargeestige website "Expliciet - voor een islamitisch bewustzijn":
"De islamitische Staat biedt een alomvattende levensordening, waaruit zowel rechten als plichten voor het individu, voor de samenleving en voor de staat resulteren. Deze alomvattende levensordening, dit is de shari'ah van islam. Zij behelst daarmee onder andere een ordening van het economisch leven en een ordening van het sociaal leven, maar ook een idee omtrent educatie, ziekenzorg, een buitenlands beleid, belastingen, et cetera. Niet meer dan een onderdeel van de shari'ah is het strafsysteem van de islamitische Staat; met rechtbanken, principes als onschuldig tot het tegendeel is bewezen, maatstaven voor bewijs, en straffen. Het is onder dit deel van de shari'ah, de straffen behorende bij het strafsysteem van islam, dat de hoedoed [doodstraf voor afvalligen;K] valt.
Allah (swt) zegt, de vertaling waarvan zoveel betekent als:
"En indien gij rechtspreekt, richt tussen hen met rechtvaardigheid. Voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief." (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, Soerah Al Maidah 42)
Er bestaat consensus onder de geleerden van islam dat de hoedoed, de bestraffing voorgeschreven door Allah voor in het huidige leven, enkel door de islamitische Staat ten uitvoer gebracht mag worden."
[6] Contra het 'wij hebben toch de SGP' argument, geldt:
- onder christenen neemt slechts een kleine groep passages in de bijbel over het concreet ordenen van de samenleving, in het bijzonder over controle en bestraffing, nog letterlijk; ook zijn delen van de bijbel door zeer breed gedragen besluiten van (de) geestelijke autoriteiten tot dode letter verklaard;
- de kleine groep 'bijbelwaanzinnigen' is niet groeiende, althans niet in Europa (in de VS is het misschien een ander verhaal);
- zelfs als die groep net zo zou groeien als die van de niet vrij denkende moslims: het is sowieso een drogreden om kwalijke (potentieel tot inhumane praktijken leidende) denkbeelden die zich voordoen binnen groep A te vergoelijken of te bagatelliseren, omdat binnen groep B soortgelijke denkbeelden eveneens aan de orde zijn;
- last but not least: het nieuwe testament, met Jezus' heb uw naaste lief als uzelf en de andere wang ademt grotendeels - niet overal, denk aan het het beruchte 'Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard' (Mattheüs 10:34) en aan antisemitisme dat christenen lange tijd hebben gebaseerd op verzen van de evangelisten - een andere sfeer dan de koran (en het oude testament), waarin een heerszuchtige God en het oog om oog nogal eens de toon zetten. Jezus wilde géén koning der Joden worden, Mohammed trok voor Allah ten strijde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten