Ons bezoek aan de KHLim in het kader van scientists at work heeft ons een aangename en leerrijke dag bezorgd. We hebben eerst van het diensthoofd biochemie een beetje algemene uitleg gekregen rond de dienstverlening die het instituut aan verschillende instellingen kan leveren.Wat wil nu het wonderlijke toeval:
Daarna werden we in een snel tempo wegwijs gemaakt in de principes van genetische manipulatie, monoklonale antistoffen en ATP-bepaling. Voor ons als prille vijfdejaars wel moeilijke leerstof.
Onze groep heeft vervolgens onder leiding van enthousiaste studenten vier verschillende onderzoeken gedaan.
Met een ELISA (=Enzym-Linked-Immuno-Sorbent- Assay) testten we de aanwezigheid van eiwit in een wafelextract. Dit was een test die de instelling ook al op aanvraag uitvoerde voor een baby die allergisch reageerde op eiwitten. Een tweede test toonde ons het opsporen van mycotoxine (=schimmeltoxine) via een ELISA-test. De derde test spoorde de aanwezigheid van pesticiden op in fruitstalen. Een vierde groepje ging Listeria bacteriën opsporen in voedsel.
Namiddag werkten we samen aan een ATP-bepaling. De ATP bepaling kan dienst doen als controle op hygiëne. Als het gaat om bacteriële verontreiniging of om cellen resten die achterblijven op een werkoppervlak zal er automatisch ook ATP achterblijven. Met een wattenstaafje swappen we een keukentoestel. De hoeveelheid ATP die we zo verzamelen wordt dan gemeten met een bioluminisentietest. De stof luciferine wordt samen met zuurstof en ATP door het enzyme luciferase (oorspronkelijk afkomstig uit vuurvliegjes) omgezet tot oxyluciferine, AMP, PP en licht. De hoeveelheid licht wordt dan gemeten in een fotospectrometer en is zo een maat voor de hoeveelheid ATP en de verontreiniging.
- vanwege mijn autoimmuunziekte wordt teminste vier keer per jaar bij mij een ELISA-bepaling van antistoffen (ANCA) uitgevoerd;
- als mogelijke oorzaak van mijn autoimmuunziekte is voor mijn geestesoog regelmatig de blootstelling aan pesticiden opgedoken bij het - ik zat nog op de lagere school - 'lelieknoppen' op de velden van een oom; ik herinner me nog levendig dat we daar soms aan het werk werden gezet op percelen waar de bloemen nog nat waren van het gif, de gebruikte machine stond met druipende sproeiarmen aan de kant, je handen werden kleverig, er was geen stromend water op het land en de boterhammen moesten wel gegeten...
Deze speculatie is mede ingegeven door het feit dat twee volle neven van me, zonen van een broer, eveneens tuinder, van die eerste oom, dezelfde autoimmuunziekte hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten