21 januari 2015
Eilanden in een zee van multiculturalisme: het verzet van activistische nationalisten in Nederland
Activisme: verzet en het claimen van eigen ruimte
In dit rapport richten we ons op het activisme van de aanhangers van Stormfront, de Nederlandse Volksunie (NVU) en Identitair Verzet. Het gaat ons hier niet om een analyse van waarom mensen meedoen met gewapende strijd in het buitenland of hoe en waarom een mogelijk radicaliseringsproces zich heeft voltrokken en wie daar schuldig aan is. Wij hanteren een onderzoeksperspectief dat zich richt op een vorm van activisme en verzet waarbij activisten zich enerzijds keren tegen het beleid en debat met betrekking tot nationalisten en nationalisme, en waarbij zij anderzijds proberen een alternatieve eigen ruimte te creëren en te beschermen waarin zij het nationalisme kunnen beleven zoals zij dat voor zich zien.
We hanteren daarbij de volgende vragen:
a. Ideologische breuklijnen en dynamieken: waar zijn de protesten tegen gericht en waar 'antwoorden' ze op? Waartegen en tegen wie richten de acties van de netwerken van nationalisten zich? Daarbij hebben protesten altijd een theatrale kant in zich: men richt zich op een specifiek publiek en past daar de inhoud en stijl van de boodschap op aan. En als men zich ergens tegen keert, welke alternatieve idealen en vergezichten staan daar dan tegenover? Hoe reageren opponenten en wat is de tegenreactie van de activisten?
b. Repertoires van activisme: welke technieken en praktijken van activisme worden gehanteerd: demonstraties, verstoringen, openbare toespraken, slogans, vlagvertoon, kleding, enzovoorts? Hoe hangen deze technieken samen met de claims en praktijken van hun opponenten? Wat voor spektakel/theater wordt geschapen? Welke reacties roept dit repertoire op en van wie en hoe reageren de activisten daarop?
c. Subjectiviteit: waar de overheid streeft om nationalisten 'liberale burgers' te laten worden en groepen onder andere categoriseert als 'radicaal', 'extreemrechts' of 'fascistisch', maken deze groepen gebruik van deze categorieën en draaien ze die om, verdraaien ze. Welke ideeën over het zelf en identiteit gaan schuil achter de verschillende aspecten van activisme die besproken zijn en hoe brengen deze vormen van protest nieuwe identiteiten en subjectiviteit tot stand in die wisselwerking met media en overheid?
Hoe geven de betrokkenen betekenis - hetzij expliciet in hun standpunten, hetzij impliciet - aan categorieën die hun worden opgelegd, zoals 'radicaal' en 'fascist'? Met deze ideeën over het zelf, identiteit en subjectiviteit komen echter ook andere normen over het gedrag, zoals heldhaftigheid, bescheidenheid, strijders, enzovoorts. Hoe worden mensen erop aangesproken?
Door middel van deze vragen zullen we proberen meer inzicht te geven in de vraag hoe de activisten en opponenten binnen dezelfde politieke en sociale context op elkaar reageren, en hoe activisten zelf betekenis geven aan de politieke context en zichzelf daarbinnen vormen als standvastige nationalisten.
De rol van de onderzoeker
Je wilt onopvallend aanwezig zijn als neutrale participerende observant in het veld. In sommige situaties is het tijdens veldwerk verkiesbaar om je toegeeflijk op te stellen. Je verlangt immers openheid van de informant, maar je hebt weinig terug te geven. Soms is het nodig om je neutraliteit opzij te zetten om vertrouwensbanden te ontwikkelen. Het tonen van begrip creëert een omgeving waarin de informant zich makkelijker openstelt. Ook bijvoorbeeld het betalen van eten en drinken tijdens een gesprek behoort in het kader van reciprociteit tot een mogelijkheid om relaties op te bouwen.
Bewaken van grenzen
Wanneer de informant in bovenstaande beschrijving om geld vraagt om het onderzoek mogelijk te maken, wordt er volgens de onderzoeker echter een grens overschreden. Het werd immers niet direct duidelijk waar het geld aan besteed zou worden. Wellicht dat het geld zou voorzien in de bekostiging van een reis naar een gebied waar gewapende strijdmakkers actief zijn. De onderzoeker wilde dit niet faciliteren, omdat met het geld wellicht een mogelijk strafbaar feit zou kunnen worden bekostigd. De informant kwam op momenten wanhopig over, waardoor de onderzoeker in situaties kwam waarbij de onderzoeker uitingen van begrip en medeleven toonde. Ook voorzag de onderzoeker de informant van het advies om werk te zoeken. Ook hier wordt de vraag opgeworpen of de onderzoeker zich voldoende op afstand hield. Beïnvloedt de onderzoeker het veld met het advies? Welke functie en betekenis krijgt de onderzoeker voor de informant?
De informant was vlak voor het contact niet intensief bezig met politieke activiteiten. De onderzoeker kreeg de indruk dat de informant de onderzoeker opzocht om te kunnen praten over zijn politieke opvattingen en ambities. Hier had hij buiten dit contact nauwelijks de mogelijkheid toe. De vraag die opkomt, is of de onderzoeker het activisme van de informant een platform geeft, een invulling geeft en wellicht faciliteert. Door het contact met de onderzoeker werd de informant gestimuleerd om over zijn activisme te spreken, hoewel dat, afgezien van zijn reisplannen en contact met veiligheidsdiensten, in zijn dagelijks leven nauwelijks nog een rol van betekenis had. Gedurende het contact met de onderzoeker begon de informant opnieuw video's te produceren.
Lees verder in het echte rapport >
Disclaimer: bovenstaande tekst en cover zijn, afgezien van de omzetting van "activistische da'wa-netwerken" naar "activistische nationalisten" en vergelijkbare substituties, bij wijze van spoof - om aan het denken te zetten over dit type en in het bijzonder dit voorbeeld van onderzoek - ontleend aan het onlangs verschenen rapport "Eilanden in een zee van ongeloof: het verzet van activistische da'wa-netwerken in België, Nederland en Duitsland" van Martijn de Koning, Carmen Becker, Ineke Roex en Pim Aarns.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten