Aardig zij het oppervlakkig interview met de Portugese psycholoog en neurowetenschapper Antonio Damasio in de Volkskrant van vandaag.
'Wij verkeren in een voortdurende staat van vergankelijkheid, en toch slagen we erin iets te zijn. Dat is toch wonderlijk?'
'(...) emoties en hun mentale verwerking tot gevoelens zijn nodig om rationeel te kunnen handelen. (...) mensen wier hersenen door een ongeluk of ziekte op bepaalde plekken zijn beschadigd (...) herkennen geen angst of pijn, en die zetten dus ook geen rem op hun gedrag.' [Vergelijk mijn blognotitie Hersenletsel en ethisch oordeel].
Dit jaar verschijnt zijn nieuwste boek Self Comes to Mind (Nederlandse vertaling deze herfst bij Uitgeverij Wereldbibliotheek).
Zie ook deze korte recensie van Damasio's boek Het gelijk van Spinoza:
'Damasio's stelling is dat emoties manifestaties zijn van lichamelijke reacties op gebeurtenissen binnen en buiten het lichaam. Met spannende casestudies toont hij aan dat zulke emoties automatisch gepaard gaan met gevoelens, vrolijke, verdrietige of welke dan ook. De auteur laat vervolgens zien dat deze eenheid van lichaam en geest ons in leven houdt, en ook zorgt voor onze grootste culturele prestaties.
Waar Damasio in De vergissing van Descartes afrekende met Descartes' scheiding tussen lichaam en geest, komt hij in dit boek tot de verrassende ontdekking dat Spinoza beide weer verenigde en intuïtief de belangrijke rol van emoties vermoedde in het overleven van de menselijke soort en in cultuur.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten