A. Hieronder een samenvatting van een ontnuchterende en betrouwbaar ogende genealogie van 'Lilith'; tevens verklaring van de feministische belangstelling in de vorige eeuw:
1. De figuur van Lilith duikt voor het eerst op in een Sumerisch verhaaltje over de legendarische held Gilgamesh; de Sumerische godin Innana ziet Lilith in een bijzondere boom (wie weet connectie met de boom van goed en kwaad of de levensboom) samen met een draak/slang en een vogel. Inanna is bang en roept G te hulp. G verjaagt Lilith c.s.
Vóór dit verhaaltje op een kleitablet werd vereeuwigd, maakte Lilith waarschijnlijk allang deel uit van volksgeloof en orale overlevering(en); wellicht als noemer (haar naam betekent 'demon') van diverse boze geesten.
2. Er zijn volgens deze auteur geen of nauwelijks aanwijzingen dat de oorspronkelijke Lilith wezenlijk meer belichaamde dan allerlei naargeestigs. Waarschijnlijk wordt zij voorgesteld op een stenen reliëf (zie plaatje rechtsboven): 'this relief is believed to date from the last third of the Third millennium BCE (...) While the identification of its central figure was once much contested, it is generally accepted today that this figure is indeed Lilith. An examination of the figure gives rise to interesting details which link this image with the descriptions of Lilith which arise in literature both before and after the relief's creation. Unclothed and beautiful, Lilith here can easily be associated with her role as a succubus who destroys her lovers. The "ring and staff" symbols (found in Lilith's hands) have been interpreted, almost universally, as symbols of justice. This would coincide with the idea that Lilith's murdering of infants was a punishment on parents for some unknown sin. The owls symbolize nocturnal flight, associated with the "winged she-demon of the night" characterization of Lilith.' [ die 'symbols of justice' zijn natuurlijk intrigerend en representeren waarschijnlijk een niet naargeestig of kwaadaardig aspect van Lilith; K]
3. Lilith als 'eerste vrouw van Adam' duikt pas onmiskenbaar op in een overduidelijke parodie op 'heilige' Joodse commentaren op de Thora. Verder in een kabbalistisch geschrift dat in die zin ook een 'fake' is, dat de 'ontdekker' ervan, in 1200-en-zoveel, tevens de eigenlijke auteur, wilde doen geloven dat het een verhandeling van duizend jaar oud betrof.
4. Lilith als 'pre-feministe' (al is ook die karakterisering dubieus) zou in eerste instantie de schepping zijn van de pre-Rafaeliet Rossetti, dus - ironisch genoeg - van een wat dweperige man....
B. Het is daarom op zijn zachts gezegd twijfelachtig of er vaste grond is voor wat hier wordt beweerd:
'There are indications that the Greek culture is far older than most historians will admit, and was a direct inheritor of many Sumerian traditions. Stories of ancient Greek Goddesses called Nymphs appeared among the Greeks before those primal gods, the Titans, and some of the Titans married Nymphs. Nymphs, who later came to be known as female nature spirits, were originally goddesses of transformation and their priestesses. Their function was to lead men who were worthy to spiritual transformation and illumination. These goddesses and their priestesses offered man hidden knowledge (typically discovered in the Underworld) that would lead to physical regeneration and spiritual immortality. The word 'nymph' means bride or nubile young woman, and human nymphs served as priestesses in sexual ceremonies. In ancient times, these ceremonies were conducted in caves, the early temples of the Nymph goddesses. Later, they used stone temples called nympheae constructed near sacred springs, often within a sacred stand of trees. It was from this ancient sex magic [toevoeging 2011: vergelijk het tantrische boeddhisme?; K] that modern man derived the term 'nymphomania.' Most of these ancient goddesses have vanished from our ken, but one who persisted into later times and was related by characteristics and function to Lilith was Hekate.'
C. Van de andere kant: een mogelijk verband tussen Lilith en Isis, 'women of very similar background, which oppose the divine Law, and make firm against it a will and a magical power of their own'.
D. In andere teksten wordt tevens de Hindoeïstische godin Kali in verband gebracht met Lilith. Je gaat dus denken dat er, misschien, één 'archetypische' godin 'bestaat'; maar waarschijnlijker draait het om verscheidene voorstellingen van het vrouwelijke aspect van het goddelijke en de schepping (aarde, hemel & hel) in - ook geografisch - diverse orale tradities en overleveringen, die deels spontaan, deels door onderlinge uitwisselingen, overeenkomsten met elkaar vertonen. Een wirwar van teksten, culturen, plaatsen en tijden die wellicht nooit te ontwarren zal zijn.
E. Als toetje: het 'oproepen' van Lilith in de sfeer van zwarte magie en aanpalende seksuele-orgieregie:
- The Lilith Library
- Overzicht van godinnen
---
Een mail (november 2003) van me aan een vriendin:
Toch weer even de wondere wegen van het toeval. Las gister in VK-magazine een boekbespreking (door Arjen Peters) van een roman van Paul Claes. Hoofdfiguur Lily. Peters laat zien dat Claes refereert aan Lilith, die volgens een (oude) versie van het oude testament de eerste vrouw van Adam was. Zij weigerde zich aan hem te onderwerpen en werd het paradijs uitgejaagd (of ze verliet het paradijs zelf, volgens weer andere geschriften).
Een Joodse feministe, Judith Plaskow, heeft zich intensief beziggebouden met Lilith, onderzoekend hoe het patriarchale monotheïsme de dominante en tenslotte exclusieve variant van het Joodse geloof werd (of nauwkeuriger: van de diverse scheppingsverhalen en geloofsopvattingen die leefden binnen de verschillende Joodse 'stammen').
Zo te zien heeft Lilith in de jaren zestig en zeventig zo-wie-zo behoorlijk 'geleefd' onder feministische auteurs, onder wie theologen, die zich met de wortels van het patriarchaat hebben beziggehouden.
Etymologisch houdt de naam Lilith mogelijk verband met oude - Assyrische, Sumerische, Hebreeuwse - woorden voor "lotus / lelie", "nacht" en "wind".
De lotus staat zoals bekend vanouds symbool voor de vagina.
Lilith wordt, evenals Hekate, ook wel het bezit van de toegang / sleutel tot de onderwereld toebedacht. Cf. Descent into Limbo (of een Christelijke versie, waarvan bijvoorbeeld dit schilderij), en verband met Kerberus. Onderwereld trouwens tevens als metafoor voor plaats van geheime kennis - omtrent onsterfelijkheid, goed en kwaad en dergelijke -, vindplaats van de boom des levens, het onbewuste. Ergens heet het dat de poort tot de onderwereld soms werd voorgesteld als een lotus of lelie.
De (vervormingen van de) verhalen over Lilith hebben tevens veel te maken met de bronnen van de steretype hoer/heilige-voorstelling van de vrouw binnen het patriarchaat - zie ook m'n De Pont-verhaal, met de vrouw in het videovijfluik als heilige etc. Met oude seksuele tempelriten ook (al bij de Egyptenaren).
Wel boeiend, allemaal...
De serveerster in mijn Limbus-verhaal over het bezoek aan De Pont heet trouwens Judith (letterlijk: Joodse vrouw). Ik weet dat, omdat de beheerster van de kantine waar ik koffie dronk, haar zo aansprak. Ze had het liedje "Lili Marleen" aanstaan; thuisgekomen pleurde ik de indrukken van de dag op papier en van het een kwam het ander.
In het boek Judith (door de Joodse en protestantse orthodoxy niet, door de katholieke wel als deel van de bijbel erkend) lezen we hoe Judith door haar buitengewone schoonheid een generaal van de Babylonische alleenheerser Nebukadnezar, die op diens gezag tegen de Joden ten strijde was getrokken en de overhand had gekregen, in haar macht krijgt en, nadat hij bedwelmd is geraakt door haar charmes en wijn, van zijn hoofd ontdoet. Met het hoofd op zak, keert ze triomferend terug naar haar volk, dat vervolgens de veldslag met het 'onthoofde' leger alsnog wint.
Twee curiositeiten die zijn te vinden op de (overigens waarschijnlijk door een van de vele, warrige webspinsels afscheidende, halve-gekken vervaardigde) site www.lilith.demon.nl
1/ Harry Mulish, ergens in het begin van de roman 'De Procedure':
Het ontstaan van de mens was een gecompliceerde affaire. Daarover bestaat nog steeds onduidelijkheid, niet alleen in biologische, ook in theologische kringen. In de Bijbel wordt dit wezen zelfs twee keer geschapen, en tot op zekere hoogte nog een derde keer. Genesis I:27 meldt, dat op de zesde en laatste scheppingsdag het volgende gebeurde: 'En God schiep de mens naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; man en vrouw schiep hij hen.' Het waren er dus twee; meteen daarop zegt God: 'Weest vruchtbaar, vermenigvuldigt u.' De man was dus Adam, maar de vrouw was niet Eva, want ons aller oermoeder zag pas later het levenslicht, toen de scheppingsweek al hoog en breed achter de rug was; zij werd niet afzonderlijk geschapen, maar kwam voort uit een rib van Adam. Deze was daar toen zeer over te spreken, want in Genesis 2:23 verklaart hij: 'Dit is eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees.' Eindelijk! Ook hieruit blijkt, dat Eva zijn tweede vrouw was. Maar hoe staat het dan met de eerste? Wie was zij? Gelukkig hebben deskundigen dat weten te achterhalen: Lilith.
Zeer zelfbewust, want even afzonderlijk geschapen als Adam, wenste zij zich niet aan hem ondergeschikt te maken. De breuk ontstond dan ook over de manier van 'vermenigvuldiging': zij wenste niet de onderliggende partij te zijn. In hun erotisch-technische conflict speelde misschien het feit mee, dat Adam toen nog Eva onder de leden had en in dat stadium dus een enigszins verwijfd type geweest moet zijn. De krach liep in elk geval hoog op en Lilith deed ten slotte iets verschrikkelijks: zij vloekte. Dat wil zeggen, zij sprak de onuitsprekelijke, 72-letterige naam van JHVH uit, veranderde op slag in een demon en vloog weg.
Onmiddellijk stuurde JHVH de engelen SNVJ, SNSNVJ en SMNGLPH achter haar aan, die haar onderschepten boven de Rode Zee. Maar uitschakelen konden zij haar niet. Sindsdien jaagt zij op alleenstaande mannen en wurgt zij kinderen in het kraambed. Kortom, in alle opzichten is Lilith het tegendeel van de latere Eva, de oermoeder, die door haar ontstaan pas een echte kerel maakte van Adam.
2/ Gedicht van Lucebert:
lente-suite voor lilith
3
lilith
die is lief die liebe suite van delibes
wie blieft
wie
die
sie is die
lilith
wis is lilith
lilith
die is lief die liebe suite van delibes
HA
daar dragen de orgels haar achterna
ka ka
kyrië eleison kyrië eleison
JA
zon zon zon zij is de lila kieuw de leliezon
Tot slot: wees niet ongerust, het gaat nog goed met me (geloof ik :-). Ik vind het alleen wel een grappig, misschien zelfs 'mooi' toeval, dat ik door mijn bezoek aan De Pont, het schrijven daarover, en het verder mijmeren en web doorzoeken naar aanleiding ervan, middels - de aanbeden prostituee en 'tegenpool' van de godverlaten, moordende soldaat - Lili Marleen, via Lilith, op Hekate stuit - van welke godin jij veel afweet.
Er moet toch wel sprake zijn, dunkt me, van een tamelijk diepgaande gemeenschappelijke interesse omtrent de wortels van het dominante geloof (zowel in letterlijke zin als in de zin van patriarchaat) en voor het wellicht 'matriarchale' of 'hermafrodyte/androgyne' dat daaraan vooraf ging en is weggecensureerd in de kanonieke boeken van Joden- en Christendom. Niet zelden gepaard gaande met gewelddadige vervolging en terechtstelling (brandstapel of anders) van 'heidenen', 'ketters' en 'heksen'.
Ik dien in dit verband het boek 'De golem' van Gustav Meyrink eens te herlezen. Heb daar indertijd tientallen dagboekpagina's over volgepend. Gaat over kabbalistische voorstellingen, ik dacht culminerend in verlossing door man-vrouwversmelting en soort hermafroditische of androgyne eenheid.
Losse inval: Simone Weil moet het, onbewust of aan den lijve, bijna wel ontzaggelijk zwaar hebben gehad, als Joodse vrouw schrijvend over 'onmiddellijke Godservaringen'? Tegen het zere been van Joodse patriarchale types, zoals Levinas. Zou haar uiteindelijke zelfdestructiviteit iets te maken kunnen hebben met het feit dat haar culturele voedingbodem op een massieve manier geen enkele ontplooiingsruimte bood voor een feminine (ervaring van) goddelijkheid en voor vrouwelijke seksualiteit? Ach, onzin, waarschijnlijk...
Meer lectuur:
Elaine H. Pagels, "What Became of God the Mother? Conflicting Images of God in Early Christianity." Signs 2, 2 (1976): 293-303.
Parvey, Constance F. "The Theology and Leadership of Women in the New Testament." In Religion and Sexism, pp. 117-149. Edited by Rosemary Radford Ruether. New York: Simon and Schuster, 1974.
Plaskow, Judith. "The Coming of Lilith: Toward a Feminist Theology." In Womanspirit Rising, pp. 198-209. Edited by Carol P. Christ and Judith Plaskow. San Francisco: Harper & Row, 1979.
Pomeroy, Sarah B. Goddesses, Whores, Wives and Slaves: Women in Classical Antiquity. New York: Schocken Books, 1975.
Overview of Lilith
Zie ook m'n blognotities:
Theologische speculaties
In den beginne bij Anselm Kiefer
Lucebert, Lilith en herziene taal van God
Lilith, godin of demon?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten